Coming Out Dag

Symbolisch regenboogfietspad is mooi, maar universiteit moet inclusiever

Regenboogfietspad
Foto: Isabella Hesselink

Precies een jaar geleden werd het 570 meter lange regenboogfietspad op het Utrecht Science Park officieel geopend. Op deze Coming Out Dag werden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de waarde van het langste regenboogfietspad ter wereld.

“Het doel was om te onderzoeken welk effect het fietspad heeft: of de doelen van het Equality, Diversity en Inclusion-netwerk zijn bereikt”, vertelt student Milou van de Brug die samen met phd’er Miriam Wickham het onderzoek heeft uitgevoerd. “Zo wilden ze onder andere meer bewustzijn vormen voor de LHBTIQ+-gemeenschap en de problemen waar zij tegenaanlopen.” 

Imago oppoetsen
In totaal deden 183 studenten en 323 medewerkers mee aan het onderzoek, met name UU’ers. Ze zijn tevreden met het regenboogfietspad: hét symbool voor inclusie van de LHBTIQ+-gemeenschap bij de UU, HU en UMC Utrecht. Het is goed dat het fietspad staat voor inclusiviteit van LHBTIQ+-studenten en voor de inzet en bijdrage van de HU, UU en het UMC Utrecht om hun instellingen inclusiever te maken.  

De tevredenheid over het symbolische regenboogfietspad neemt wel iets af onder LHBTIQ+-ers, maar ook zij zijn positief over de symbolische waarde om aan de slag te gaan met inclusiviteit en diversiteit.

Wel denkt de helft dat de onderwijsinstellingen het regenboogfietspad gebruikt om hun imago te verbeteren. Van de LHBTIQ+-ers zag 65 procent het fietspad als poetsmiddel.

Onzichtbaar
Onderzoekers van het rapport, Milou van de Brug en Miriam Wickham, presteren de resultaten op Coming Out Dag: een internationale dag van aandacht en respect voor LHBTIQ+-personen waar de UU en HU aan meedoen. Zo hees dinsdagochtend de UU de regenboogvlag bij het Bestuursgebouw in De Uithof.

Er is werk aan de winkel voor het Equality, Diversity en Inclusion (EDI)-netwerk. Die is vrijwel onzichtbaar, blijkt uit het onderzoek. De meeste studenten en medewerkerswerkers weten niet dat het EDI-netwerk bestaat en wat het EDI doet.

Studenten zijn waarschijnlijk niet veel meer over inclusiviteit binnen het onderwijs gaan nadenken, vermoedt Van de Brug. “Ze geven aan dat zij niet goed weten wat de plannen van het EDI zijn, waardoor ze er waarschijnlijk ook niet over zullen praten. Het zal meer zijn: ‘Oke, er ligt een fietspad’. En ze gaan weer verder met hun dag.”

Genderinclusieve universiteit
De twee onderzoekers geven ook adviezen. Zo moeten de onderwijsinstellingen meer actie ondernemen om de inclusiviteit van haar LHBTIQ+-studenten te verbeteren.

LHBTIQ+-studenten twijfelen aan de oprechtheid van hun onderwijsinstelling om iets te doen aan inclusie. Voornamelijk studenten die behoren tot een genderminderheid – een groep waarvan de genderidentiteit verschilt van de meerderheid – hadden dit gevoel.

Studenten geven in het onderzoek aan dat de genderinclusiviteit bij de onderwijsinstellingen moet worden verbeterd. Bijvoorbeeld door toiletten genderneutraal te maken of de gender- en sekseregistratie bij onderwijsinstellingen inclusiever te maken, opperen studenten.

Minder gelukkig
“Genderminderheden zijn veel minder positief over de inclusie van de onderwijsinstellingen”, vertelt Van de Brug “Ze zijn in het algemeen minder gelukkig over wat er gaande is. Zij zijn een groep waar echt meer aandacht aan moet worden besteed.”

Genderminderheden gaven consistent aan, het gevoel te hebben minder deel uit te maken van de onderwijsinstellingen. Minder dan studenten die behoren tot een seksuele minderheid, de groep waarbij de seksuele identiteit verschilt van de meerderheid. Studenten die zowel tot de gender- als seksuele minderheid behoren, voelen zich het minst deel uitmaken van de onderwijsinstelling.

Advertentie