Grote tegenstelingen in reacties op diversiteitsbeleid

Niet iedereen op de UU durft zich vrij uit te spreken

diversiteit jowan de haan
Illustatie: Jowan de Haan

In totaal gaven 156 studenten en 168 medewerkers van de Universiteit Utrecht antwoorden op open vragen over hun ervaringen met discriminatie, gedragsveranderingen vanwege de sfeer op de UU en wat er volgens hen op het gebied van diversiteit en inclusie zou moeten veranderen op de universiteit Deze open vragen maakten deel uit van de diversiteitsenquête die door DUB in samenwerking met de Kring van Hoofdredacteuren werd verspreid. De enquête, waaraan 19 universiteiten en hogescholen mee deden, is stopgezet na een actie van medium GeenStijl. 

De gegevens van de enquête zijn volgens het onderzoeksbureau niet representatief om valide uitspraken over het totaal te doen. De opmerkingen geven echter wel een beeld hoe ruim driehonderd studenten en medewerkers diversiteit en inclusie aan de Universiteit Utrecht ervaren. Sommigen schreven hele epistels om hun ervaringen te delen.  Sommige opmerkingen zijn een apart verhaal waard. In dit verhaal zetten we de meest genoemde onderwerpen op een rij. Duidelijk is dat polarisatie ook speelt binnen de universiteit. 

Geen regenboogpaden, meer all- gender toiletten
Het grote regenboogfietspad in het Utrecht Science Park is een herkenbaar symbool om aandacht te vragen voor de LHTQ+-gemeenschap. Wat in de opmerkingen regelmatig terugkomt, is dat mensen dit pad ervaren als symboolpolitiek en vinden dat ‘echte maatregelen’ genomen moeten worden. Eén van de maatregelen die bij zowel studenten als docenten veel  genoemd wordt is het creëren van meer all-gender toiletten. “Ik voel me als trans persoon onveilig, onprettig en onwelkom in zowel de mannen- als vrouwentoilet.” Hoewel de UU all-gendertoiletten heeft, blijken ze niet zo makkelijk te vinden en zijn het er te weinig. Vooral in de binnenstad en bij de bètafaculteit zijn die lastig te vinden. Overigens is niet iedereen blij met all-gendertoiletten. “Ik wil als vrouw gewoon naar een damestoilet kunnen en niet tegen in urinoir pissende mannen aan hoeven kijken.”

De tweetalige universiteit werkt niet
Internationals schrijven dat ze zich vaak buitengesloten voelen. Een van de voornaamste redenen is dat er een behoorlijke taalblokkade is tussen de wel en niet Nederlandstaligen. “Het voelt eenzaam als mensen plotseling achter je rug switchen naar het Nederlands”, schrijft een student. “Ik ga alleen nog maar met iemand mee lunchen als ik zeker weet dat die geen bezwaar heeft om in het Engels te praten”, zegt een medewerker. En een docent vertelt dat ze geen vast contract kon krijgen omdat ze niet in het Nederlands kon lesgeven, hoewel ze alleen college gaf in een Engelstalige master. “De verwachting is dat je Nederlands spreekt”, schrijft een andere wetenschapper. “Ik wil dat best doen, maar dat kost tijd en die krijg ik niet.” Iemand die wel al Nederlands heeft geleerd, maar het nog niet zo goed kan voelt zich buitengesloten omdat er snel doorgepraat wordt en ze nooit vragen of hij het wel heeft begrepen.

Vrouwen worden niet serieus genomen 
Wie dacht dat vrouwenemancipatie al bijna geslaagd was, komt bij het lezen van de antwoorden op de open vragen  bedrogen uit. “Ik heb tot mijn verbazing als vrouwelijke hoogleraar ontdekt dat het seksisme niet ophoudt als je hoog in de boom zit”, schrijft een academicus. “Het gebeurt allemaal subtieler door je bijvoorbeeld niet te betrekken bij beslissingen.” “Jonge vrouwen mogen wel meedoen, maar ze moeten niet te veel eigen initiatieven nemen en vooral geen tegenspraak geven”, schrijft een ander. Niet alleen medewerkers, ook studenten krijgen te maken met docenten die hen niet serieus neemt. Bij bèta hoort een student van een oudere mannelijke docent dat vrouwen minder goed zijn in fysieke onderdelen van het curriculum, waarmee hij practica bedoelde. 

Te weinig begrip voor mensen met functiebeperking
Studenten met een functiebeperking krijgen niet altijd de gewenste ondersteuning, schrijven ze. “Sommige docenten weigeren mijn mails met vragen te beantwoorden omdat ze vinden dat ik voor een Q&A naar hun kantoor moet komen (wat nogal een gedoe is in mijn rolstoel)”. “Ik vroeg uitstel vanwege mijn functiebeperking, maar de docent vond ik dat gewoon beter moest leren plannen.” Ook klagen enkele studenten dat docenten niet open staan voor hybride onderwijs, terwijl ze vanwege hun beperking niet bij alle colleges aanwezig kunnen zijn. Een student met autisme lukte het om een mbo- en hbo-opleiding afte ronden, maar raakte in conflict op de universiteit. “Na een paniekaanval kreeg ik te horen: ‘dat mijn gedrag niet welkom is binnen de universiteit en dat ik kan vertrekken als ik me niet aanpas.’ “
 

Neutraal versus inclusief onderwijs 
Veel discussie is er over het inclusief maken van het onderwijs. “Als je als student niet eurocentrisch denkt, worden je ideeën afgekapt en als achtergesteld gezien”, constateert een student. Een ander voegt toe: “Docenten zouden veel beter de signalen moeten oppikken van studenten met een andere dan Nederlandse achtergrond om oprechte uitwisseling van ideeën te bevorderen.” Een student zegt dat er veel literatuur gebruikt wordt met verouderde ideeën over LHBTQ+.  “Het programma zit dichtgetimmerd, er moet meer ruimte komen voor onderwijs vanuit verschillende perspectieven”, zegt een docent. Een ander zegt in de loop der tijd bewuster van het eurocentrische denken en minder ‘witblind’ te zijn geworden. Tegelijk zijn er ook andere opmerkingen.  “Als gevoelens van gekwetstheid bepalen waaruit studiestof bestaat, leidt dit tot het einde van het intellectuele debat.” Meerdere mensen roepen de universiteit op afstand te doen van het drammerige woke-denken en pleiten voor neutraal onderwijs. 

Pronouns kenbaar maken
Mensen met een LHBTQ-achtergrond merken nog best vaak dat ze niet serieus genomen worden of dat er veel onduidelijkheid bestaat over de wijze waarop ze aangesproken willen worden. Als bij een werkcollege de kans geboden wordt, om je pronoun te noemen (waarom niet voornaamwoord merkten enkelen op) is dat goed. Maar niet iedereen voelt dat zo. “Ik zou het wel goed vinden in een veilige omgeving, maar ik als trans zou het bij college ongemakkelijk vinden omdat ik bang ben gediscrimineerd te worden.” Een docent bevestigt dit. “Zo’n verplicht rondje gaat juist in tegen wat je wilt bereiken, namelijk dat iedereen zich veilig weet. Door extreem veel aandacht te besteden aan persoonlijke identiteit, gaan mensen meer in hokjes denken en voelen mensen zich onveiliger. Ik zie nu al de besmuikte gezichten en hoor de slechte grappen. “ Er zijn ook studenten die het ongemakkelijk vinden om zich uit te spreken. “Als je het niet eens bent je pronoun te delen, word je meteen in de hoek van de conservatieven gezet.” 

De universiteit is te wit
De universiteit is absoluut geen doorsnee van de samenleving, constateert een student die eerder een paar jaar werkte in de sociaal/maatschappelijke zorg. Hij pleit voor meer toegang voor mensen met een migratieachtergrond of een laag inkomen. Een docent voegt toe: “Een diverse groep docenten kan ook meer studenten met een migratieachtergrond aantrekken. Die zullen niet komen als er vooral witte docenten zijn.” Maar alleen toegang is niet genoeg. De docenten moeten in gesprek gaan met studenten die veelal eerstegeneratiestudenten zijn. “Ik vind het best lastig mijn weg te vinden in het studentenleven zonder sociaal netwerk.” 

Hokjesdenken werkt averechts
Men zou moeten stoppen met inclusie en diversiteit opdringen, omdat het mensen meer tegen elkaar opzet. Deze opmerking komt zowel onder studenten als medewerkers regelmatig terug. Een student schrijft: “Vaak zijn maatregelen tegen discriminatie juist discriminerend voor mensen voor wie deze maatregelen niet gelden, gekwalificeerde mensen krijgen daardoor bijvoorbeeld een baan niet.” Iemand anders is voor verscheidenheid van culturen, maar vindt de manier waarop het diversiteitsbeleid dit aan de orde stelt neerbuigend en betuttelend voor deze groepen zelf. “Behandel mensen als mensen en niet als doelwitten in hulpbehoevende hokjes”, schrijft een andere student. Een docent schrijft “wie een afwijkende mening heeft, wordt meteen in het hokje rechts gestopt. Stop het hokjesdenken en omarm de open discussie.” 

De witte/zwarte man krijgt geen eerlijke kans
Een aantal witte mannen op de universiteit ervaren discriminatie. “Ik word weggezet als dom of onwetend door sommige collega’s of studenten omdat ik blank en man ben.” “Wij moeten ons blijkbaar schuldig voelen”, zegt een andere man. “De heteroseksuele autochtone man wordt geweerd bij sollicitatieprocedures en benoemingen in commissies.” Iemand anders schrijft niet te zijn aangenomen omdat hij een witte man is. “Ik was de beste kandidaat, maar hoorde in de wandelgangen dat er een meer divers personeelbestand moest komen. Ik snap dat een inhaalrace nodig is, maar geef dat dan ook als argument.”

Tegelijk zijn er ook mensen die vinden dat de witte man nog veel te veel de touwtjes in handen heeft en via het Old Boys Network elkaar de hand boven het hoofd houdt. Medewerkers met kleur hebben eveneens het idee dat ze niet serieus genomen worden. “De combinatie van buitenlander met ideeën over racisme vallen niet in de smaak. Mijn collega’s spreken negatief over me en hitsen soms studenten tegen me op. Mijn leidinggevende nodigt mij niet uit als spreker op een onderwerp dat mijn expertise is omdat ze me niet professioneel of academisch genoeg vinden.”

Conservatieve ideeën reden voor uitsluiting
“Inclusie op de universiteit betekent dat je het eens moet zijn met de linkse progressieve seculiere ideeën. Hierdoor voel ik me als gelovige buitengesloten.” Deze student merkt dat mensen die sympathie hebben voor bijvoorbeeld Forum voor Democratie of de christelijke SGP gediscrimineerd worden. “Ik durf mijn mening vaak niet te geven uit angst gecanceld te worden.” Zo zijn er meerdere reacties te horen, vooral bij studenten. “De diversiteit van denken moet beschermd worden, dus niet meegaan met totalitaire ideologieën die achter diversiteit en inclusie schuilgaan.” “Wokeisme is een volksreligie met dogmatisch geloof in onverdedigbare ethische assumpties”. 

Advertentie