En dit zijn ze dan: de drie meest gemiddelde UU-studenten

Fotos: DUB

Studenten die uitblinken halen de media. DUB nomineerde veelbelovende studenten, de universiteit reikt prijzen uit voor goede scripties of studenten die maatschappelijk een mooie rol hebben gespeeld. Maar er zijn veel meer studenten die de media niet halen. Wie zijn zij? Daarom ging DUB op zoek naar de meest gemiddelde Utrechtse student. We verzamelden allerlei cijfers van de universiteit, de gemeente en uit landelijke statistieken. De gemiddelde UU-student zou, gekeken naar deze data, een 22-jarige vrouw moeten zijn, die in een studentenhuis woont en geen lid is van een sport- of studentenvereniging. Haar gemiddelde cijfer is een 7. Daarnaast wisten we een heleboel niet. Hoe vaak heeft de student in quarantaine gezeten, wat drinkt een UU-student het liefst? Hoewel we natuurlijk een vermoeden hadden, moesten we dat staven aan de hand van onze enquête. Daar kwamen ook gemiddelden uit. 

In totaal deden er 142 respondenten mee aan onze prijsvraag. Daaruit kunnen we concluderen dat dé gemiddelde student niet aan onze zoektocht heeft deelgenomen. Van degenen die wel meededen, haalde niet één persoon een score van 100 procent. Is dat gek? Niet echt, volgens gemiddelde student Quinten Stekelenburg. “Volgens onderzoek bestaat de gemiddelde persoon niet. Hoe meer kenmerken je toevoegt, hoe minder kans dat je iemand vindt die aan alle punten voldoet.” Daarom hebben we ook niet één maar drie gemiddelde studenten uitgekozen voor de prijs, en deze drie zijn degenen die instemden met een interview en een foto.


Nummer 3 Quinten: ’Ik voel me weleens een bedrieger’

Gemiddelde student Quinten Stekelenburg met de bierkratten die hij iedere week moet aanvullen

Quinten haalde het hoogste aantal punten op onze vragenlijst van alle mannen en zat zelfs in de top 10, terwijl het kenmerk ‘vrouw’ een extra punt opleverde. Hij vulde de vragenlijst in voor zijn plezier. Toch is hij als 26 jaar oude man met een tatoeage op zijn arm op het eerste gezicht niet het prototype Utrechtse student. En ook zijn studiecarrière is niet bepaald gemiddeld. Hij deed zijn bachelor op het HBO in Rotterdam. In die tijd woonde hij in een sociale huurwoning in IJsselstein. Na zijn opleiding verhuisde hij naar Zweden om voor het bedrijf te werken waar hij zijn afstudeerscriptie schreef. Hij kwam na twee jaar terug naar Nederland voor de master Artificial Intelligence. Nu woont hij in een SSH-huis met zeven huisgenoten aan de Enny Vredelaan tussen het centrum en De Uithof.  

Daarom voelt Quinten zich nu pas echt een student. “Vooral het wonen in een studentenhuis heb ik gemist in mijn bachelor. Samen eten, borrels, spontane gezelligheid. Ook in Zweden woonde ik op mezelf.” Omdat hij nog minstens een jaar studeert, kan hij tot en met 2024 in zijn huidige kamer blijven. “Ik ben degene die alle bierkratten aanvult hier en soms denk ik wel: komaan jongens, maak het iets meer schoon. Maar dan denk ik meteen ook: ach ja, het is een studentenhuis."

Naast het doen van gezellige dingen met zijn huisgenoten programmeert Quinten erop los. Niet alleen voor zijn studie, maar ook voor zijn werk. HIj werkt nog steeds voor het Zweedse bedrijf genaamd Furhat Robotics. Furhat is een sociale robot met menselijke trekjes en Quinten heeft er een model van in zijn overvolle studentenkamer staan. Daarnaast helpt hij als vrijwilliger het data science departement van de politieke partij Bij1. Zijn politieke voorkeur is zelfs nog linkser dan dat van de gemiddelde Utrechtse student en zijn huisgenoten noemen hem niet voor niets ‘de meest woke persoon van het huis’.

Ondanks al zijn programmeerwerk zit Quinten gemiddeld maar 7 uur per dag. Dat is niet veel in vergelijking met de gemiddelde student die dagelijks wel 11 uur in die positie doorbrengt. Als we hem vragen hoe dat mogelijk is, vertelt hij over zijn sportleven als volleyballer, scheidsrechter en coach waardoor hij bijna iedere avond van huis is en minstens één hele dag in het weekend. Daarnaast doet hij ook nog eens vrijwilligerswerk als leraar Nederlands voor internationale studenten waarbij hij voor de klas moet staan. Het lijkt alsof er geen einde komt aan zijn extra-curriculaire activiteiten. Daarover zegt Quinten: “Ik weet wel dat dat goed staat op mijn CV, maar dat is niet waarom ik het doe. Ik vind het vooral heel leuk allemaal.”

Quinten aan het programmeren voor zijn sociale robot

Met zo’n druk leven zijn we natuurlijk benieuwd of hij lijdt aan prestatiedruk, net zoals de meerderheid van de studenten. Hij antwoordt dat hij die druk wel voelt, maar alleen tijdens tentamens. “Voor mijn programmeeropdrachten haal ik altijd een 9 of hoger, maar voor tentamens een 4. Tentamens geven me daardoor zieke stress. Laatst heb ik met een herkansing een 5 gehaald, dus precies goed.” Hij staat nu een 7,13 gemiddeld en is daar “prima tevreden” mee.

Waar hij wel last van heeft, is het imposter syndrome. “Ik voel soms wel dat ik op een positie zit waar ik niet voor gekwalificeerd ben. Bijvoorbeeld voor mijn werk. Dat ze me iets laten doen dat ik niet kan, zoals de architectuur opzetten van een applicatie. Dan vraag ik me af waarom ze me vertrouwen. Toch krijg ik nooit feedback dat het slecht of ondermaats is. Misschien heeft dat met mijn onzekerheid te maken. Ik heb een tijdje bij een psycholoog gelopen en toen kwam dat naar voren.” Zijn mentale welzijn is op dit moment wel gemiddeld met een score van 3 op een schaal van 5.

Toch hoeft Quinten zich geen bedrieger te voelen voor zijn verschijning als gemiddelde Utrechtse student in dit artikel. Ten eerste is zijn lievelingsdrank bier. Ten tweede heeft hij een kamer van tussen de 16 en 20 vierkante meter en moest hij meer dan 6 maanden wachten voor hij die kreeg. Ook zijn dieet is heel gemiddeld voor de Utrechtse student met – ja echt waar – minder dan zeven glazen bier per week , één keer per week een kant-en-klaar maaltijd, en eens per week geen vlees. Bovendien heeft hij in zijn leven met een voor studenten gemiddeld aantal partners het bed gedeeld, namelijk tussen de zes en de tien, en drugs gebruikt hij weleens maar niet regelmatig. Ook heeft hij tijdens de lockdowns seks gehad – net als bijna 70 procent van de studenten die onze enquete invulden. Dat was, net als gemiddeld, met zijn relatie. Dit resultaat komt ongeveer overeen met data gepubliceerd door Rutgers in 2021 over de seksuele gezondheid van jongeren in Corona.  “Ik voel me ook echt gemiddeld,” zegt Quinten lachend. Maar hij meent het wel.


Nummer 2 Britt: ’Ik had niet verwacht dat ik zo gemiddeld was’

Gemiddelde student Britt Peters die Gabriel García Márquez leest terwijl ze eigenlijk moet studeren

Dat geldt niet voor Britt Prins, derdejaars student Spaanse Taal & Cultuur. Zij vulde de enquête voor de grap in tijdens studieontwijkend gedrag en was verrast toen ze naar aanleiding van de prijsvraag bericht kreeg van DUB. Toch scoort ze net als Quinten gemiddeld op punten als kamergrootte, intimiteit en relatie, eenzaamheid tijdens corona en het feit dat ze meer dan twee keer in quarantaine heeft gezeten. Op andere punten is ze ook echt gemiddeld, namelijk dat ze flexitariër is, dat ze meer dan 400 euro per maand leent van DUO en dat ze 21 jaar oud is, dicht bij het gemiddelde van 22. Ook zocht ze net als de gemiddelde student meer dan vier maanden naar een woning. Niet zo vreemd dus dat ze in Zeist terecht kwam.

Hoewel het een eindje fietsen is naar het Utrechtse centrum, is ze erg blij met haar huis en haar zeven huisgenoten – allemaal vrouwen – die goede vriendinnen van haar zijn. “Ik heb een belachelijk grote tv. Mijn kamer is daarom ook de bioscoopkamer. Dan zitten we vaak gezellig met zijn allen tegen elkaar aan gedrukt op het bed.” Zeker tijdens corona was dat een ding. Net als de feestjes met het huis, die de basis legden voor hun hechte band. Toch moet Britt opletten met haar alcoholinname. Alcohol gaat slecht samen met de medicijnen die ze slikt tegen acne– dat is ook waarom ze net als een gemiddelde vrouwelijke student onder de vijf glazen per week blijft. “Anders was dat wel meer geweest.”

Britt heeft anders dan gemiddeld internationale vrienden aan de UU. Ze is zich ervan bewust dat dit niet de norm is en denk dat het vooral komt door haar studie, waar ze veel mensen ontmoet die Spaans als moedertaal hebben. Ook denkt ze dat ze door haar studie meer internationaal georiënteerd is dan de gemiddelde medestudent. Samen met een vriendin deed ze bijvoorbeeld mee aan een Buddy-programma, waarbij UU-studenten aan internationale studenten worden gekoppeld die net in Nederland zijn gearriveerd.

Hoewel ze haar studie leuk vindt, besteedt ze er wekelijks minder dan 25 uur aan. Dat is veel minder dan het gemiddelde van 37 uur voor WO-studenten. Ter vergelijking: ook haar social media gebruik is ongeveer 25 uur per week. “Ik ben gewoon verslaafd aan mijn telefoon”, geeft ze toe. Ze is daar niet blij mee en heeft ook weleens geprobeerd om te stoppen door alle social media apps behalve Whatsapp van haar telefoon te verwijderen, maar dat kon haar drang naar afleiding niet verminderen. “Het heeft ook zeker effect op mijn studieresultaten.” Ook dat is vrij gemiddeld. Toch zijn haar ‘lage’ cijfers vooral een keuze. “Ik ben van de zesjescultuur. Ik heb ook een leven naast mijn studie.”

Als we doorvragen, blijkt ze een ambitie te hebben waarbij ze geen genoegen neemt met een 6: ooit wil ze een roman publiceren. En ze weet heel goed hoe veel tijd en energie daarin gaat zitten. “Ik ben er vaak genoeg aan begonnen. Op de middelbare school heb ik één boek afgemaakt, maar die is wel heel slecht. Tijdens mijn studie ben ik opnieuw begonnen, maar het slokte gewoon al mijn tijd op en mijn resultaten gingen achteruit. Ik was er namelijk als een maniak mee bezig zodat ik zelfs vergat te eten. Ik hoop dat ik ooit een keer een jaar of twee er tussenuit kan om er vol voor te gaan.” Britt leest zelf ook veel romans, terwijl de gemiddelde student juist steeds minder tijd aan lezen besteedt. Dit kenmerk is echter geen onderdeel van onze prijsvraag, dus daar kon ze niet op worden afgerekend. Haar favoriete boek is 100 jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez.


Nummer 1 Iris: ‘Ik heb nu door hoe ik zo efficiënt mogelijk kan studeren’

Gemiddelde student Iris Jansen voor een fotolijst met al haar goede vrienden en familie

Als we enkel naar studiekenmerken kijken, is Iris Jansen de meest gemiddelde student van onze drie winnaars. Net als Quinten vulde zij de vragenlijst in voor de lol. Ze studeert Rechtsgeleerdheid – de UU-studie met verreweg de meeste actieve inschrijvingen. Ze begrijpt zelf niet zo goed waarom die studie zo populair is. “Na bijna drie jaar weet ik nog steeds niet wat ik ermee zou willen doen. Ik denk dat meer mensen op mijn opleiding zich daar wel in herkennen.”

Iris spendeert minder dan 25 uur per week aan haar studie, wat minder dan gemiddeld is. “Ik heb nu door hoe ik zo efficiënt mogelijk kan studeren, dus hoe ik met zo weinig mogelijk tijdsinvestering toch een voldoende kan halen. Op de middelbare school haalde ik wel heel goede cijfers, maar het eerste jaar van mijn studie ging stroef. Toen heb ik geleerd dat een 6 ook prima is.” Wel doet ze op haar vrije maandagavonden mee met Het Descartes College, dat interdisciplinaire honours-cursussen aanbiedt voor gemotiveerde bachelorstudenten van de Universiteit Utrecht. Niet omdat het goed staat op haar CV, maar alleen omdat ze het leuk vindt. “Er kwam bijvoorbeeld een expert vertellen over leugendetectie. Ik had toen met mijn groepje een spel bedacht met twee leugens en één waarheid. Kun je beter liegen wanneer je iemands anders leugen vertelt? Erg leuk.”

Of het gemiddeld is of niet weten we eerlijk gezegd niet, maar Iris heeft tijdens haar studie niet een hele hechte band met Utrecht opgebouwd. Daar zou corona best eens de oorzaak van kunnen zijn, omdat ze in die periode een stuk meer stress en mentale klachten ervaarde. Hoewel ze in een particulier studentenhuis in de populaire wijk Wittevrouwen woont voor maar 250 euro per maand – inderdaad niet de 470 euro die een Utrechtse student gemiddelde betaalt -  ging ze veel terug naar haar ouders in Limburg. Daar woont het grootste deel van haar vrienden. Met haar huisgenoten heeft ze daarom niet een heel intensieve band opgebouwd.

“Iedereen leeft nu ook een beetje zijn eigen leven. Voordat ik ongeveer twee jaar geleden in huis kwam, waren er nog wel veel leuke tradities zoals het Suikerpindafeest. Op 1 april moest de huis-oudste een pindapak aandoen en suikerpinda’s eten uit de handen van de mensen op het feest. Maar nu gaf de huis-oudste aan dat hij er geen zin meer in had. Veel mensen zijn druk met werk, al vieren we nog wel ieder jaar Sinterkerst." Toen maakten haar huisgenoten een mooie surprise waarbij ze grapten over het feit dat ze nooit wisten waar Iris uithing. Hoewel ze er mede schuldig aan is doordat ze veel in Limburg zat, mist ze het wel dat ze niet zo’n goed contact heeft met haar huisgenoten.

De suprise die de huisgenoten van Iris voor haar maakten. Wie kan Iris vinden?

Iris is wel lid van studentenvolleybalvereniging Van Slag en heeft een leuk team met wie ze samen eet voor de wedstrijd en vaak na afloop blijft hangen voor een biertje. Toch ziet ze hen niet veel buiten volleybal om. “Ik vind ze heel erg aardig, maar ik zou ze niet als categorie één vrienden omschrijven.” Na 2,5 jaar studeren heeft ze twee écht goede vrienden in Utrecht, van wie ze één al kende uit Limburg. Haar geliefde woont in Leiden samen met enkele goede vrienden die Iris via online gamen heeft ontmoet. 

Na haar bachelor vertrekt ze ook uit Utrecht. “Ik ga in Leiden Griekse en Latijnse taal & cultuur te studeren. Later wil ik lesgeven op een middelbare school en dan ga ik weer terug naar Limburg, waar ik vandaan kom.”

We vragen ons af of ze er last van heeft dat haar echte ‘thuis’ nog steeds in Limburg is. ”Ik merk vooral dat mijn Limburgse accent opvalt in Utrecht”, is haar antwoord. “Het voelt soms alsof mensen je eerder als dom of simpel bestempelen, al is dat misschien niet zo. Alsof je net wat eerder moet bewijzen dat je op je plek bent hier. Gelukkig kan het ook zijn voordelen hebben, omdat het een leuk aanknopingspunt is. Een soort party trick.”
 

Advertentie