Post en bestellingen voortaan via nieuw magazijn in Kanaleneiland

De nieuwe loods op de Windhontlaan. Foto: DUB

De nieuwe locatie op een bedrijventerrein ten zuiden van de A12 is met ongeveer 1000 vierkante meter bijna drie keer zo groot als het huidige magazijn onderin het Kruytgebouw. Een deel van de loods en de kantoorruimte in Kanaleneiland zal worden onderverhuurd aan de Hub Utrecht Oost.

Die hub is een initiatief van de UU samen met de Provincie Utrecht, de Hogeschool Utrecht, en enkele andere bedrijven en organisaties in het Utrecht Science Park en Rijnsweerd. Ook die organisaties zullen leveranciers nu gaan vragen om goederen in eerste instantie op een centrale locatie af te leveren, zoals de UU dat al deed in het Kruytgebouw.

De nieuwe werkwijze moet eraan bijdragen dat het Utrecht Science Park ‘autoluw’ wordt, zoals in de omgevingsvisie voor het Utrecht Science Park is opgenomen. Het afsluiten van de Leuvenlaan, de toegangsweg naar het Kruytgebouw, is daarbij een van de voornemens.

Transitiemanager Birgit Hendriks: “We willen niet meer dat vrachtwagens het sciencepark op moeten met alle luchtvervuiling en verkeersdrukte die dat met zich meebrengt. Het sciencepark wordt daardoor een aangenamer verblijfsgebied voor studenten en medewerkers. Zeker nu het ook steeds meer woonfunctie krijgt.”

Op de langere termijn wordt ook gemikt op een meer geïntegreerde werkwijze van de UU-goederenontvangst en de hub. Dat kan bijvoorbeeld door bestellingen van organisaties op het USP bij gezamenlijke leveranciers te bundelen en door het vervoer van goederen vanuit Kanaleneiland naar De Uithof en Rijnsweerd af te stemmen. Transitiemanager Birgit Hendriks: “Op die manier kun je twee keer verduurzamen." 

Fossielvrij
Maar zover is het nog niet. De nieuwe locatie wordt vanaf april gehuurd. Vanaf 9 mei kunnen goederen voor UU daar worden afgeleverd. Volgens Birgit Hendriks gebeurt dit “stap voor stap” en zal er ook nog enige tijd op beide locaties gewerkt worden.

De opslag van gevaarlijke goederen zoals chemicaliën blijft in ieder geval in de komende jaren op het Utrecht Science Park, laat Hendriks weten. Deze opslag vindt plaats in het ‘dienstengebouw’ naast het Kruytgebouw.

Op dit moment gebruikt de UU naast een elektrische bestelbus nog twee kleine vrachtwagen die op diesel rijden. Van een van de twee loopt binnenkort het leasecontract af, voor de ander zal dit over een paar jaar zo zijn.

Op de vraag of de langere reistijd van dieselauto’s vanuit de nieuwe locatie op de korte termijn niet juist tot meer vervuiling gaat leiden, zegt Hendriks: “De aanleverende vrachtwagen kunnen hun goederen nu vlak naast de A12 afleveren, in de meeste gevallen maken zij daardoor een kortere rit. En zelfs als we slechts van twee leveranciers de goederen bundelen, en nog met een dieselbusje rijden, voorkomen we een rit van een dieselvrachtwagen naar adressen op het Science Park.”

De bedoeling is om het vervoer vanaf de Winthontlaan naar de binnenstadspanden en het Utrecht Science Park op termijn volledig te verzorgen met elektrische en dus emissieloze voertuigen, daarbij kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan cargobikes. Ook komen er zonnepanelen op het dak van de loods waardoor de Hub en de centrale goederenontvangst ‘fossielvrij’ zullen rijden. 

Nulmeting
Hendriks zegt niet te kunnen aangeven hoeveel uitstoot daarmee bespaard gaat worden. Vanwege de coronasituatie heeft er geen adequate nulmeting kunnen plaatsvinden. Het is bovendien onzeker wat het voor de goederenstromen gaat betekenen als medewerkers en studenten ook na corona vaker thuis werken en studeren. “Wél is duidelijk dat fossielvrije bevoorrading gerealiseerd wordt, waarmee ook dit deel van de bedrijfsvoering voldoet aan de duurzaamheidsambities van de universiteit.”

Vóór corona, in 2019, is volgens Hendriks nog wel een meting uitgevoerd. Toen werden op jaarbasis ongeveer 50.000 pakketten naar faculteiten vervoerd en ongeveer 100.000 poststukken. Rond de 225.000 poststukken werden in opdracht van de faculteiten verzonden. Veel goederenstromen verliepen bovendien nog decentraal, die gingen dus buiten de centrale goederenontvangst om rechtstreeks naar de faculteiten. Ook de verzending van die goederen gebeurt in de komende jaren steeds meer via het nieuwe magazijn.

Geen bezuiniging
Het werk van de twaalf UU-medewerkers van de postkamer en centrale goederenopvang verandert in principe niet. Twee medewerkers blijven in De Uithof werken. Allen blijven in dienst van de universiteit.

Als de Hub Utrecht Oost een succes wordt en verdere integratie van de verschillende goederenstromen vanaf Kanaleneiland naar het Utrecht Science Park en Rijnsweerd mogelijk blijkt, zou het wel kunnen dat de medewerkers van de universitaire centrale goederenontvangst op den duur gedetacheerd worden, zo heeft de Dienstraad van de UBD te horen gekregen.

Een kleine rondgang in het Kruytgebouw wijst uit dat de medewerkers van de postkamer en goederenontvangst heel verschillend reageren op het voornemen. Sommige medewerkers hebben er geen probleem mee of zijn er zelfs blij mee, bijvoorbeeld omdat de nieuwe locatie dichterbij hun woonplaats is.

Vooral voor medewerkers die al lang voor de universiteit werken, is het vertrek van het Science Park een hard gelag. “We worden uit het dorp gezet”, zegt een van hen. Voor twee medewerkers is de verhuizing en de lang aanhoudende onzekerheid daarover een van de aanleidingen geweest om de UU te verlaten.

Transitiemanager Hendriks herkent dat medewerkers de verandering verschillend ondergaan, “maar over het algemeen staan ze er positief in”. Zij benadrukt dat de verhuizing naar een andere locatie geen bezuinigingsoperatie is. Eventuele detachering van de medewerkers komt pas aan de orde als de Hub Utrecht Oost is opgestart.

goederendepot-uithof-001red.jpg
De centrale goederenontvangst in het Kruytgebouw. 

Aantrekkelijker vooruitzicht
Over een eerdere locatie die genoemd werd, naast discotheek Brothers in Bunnik aan de A12, waren de medewerkers allerminst te spreken. De faciliteiten waren daar naar hun idee belabberd. Bovendien was de locatie moeilijk met het OV te bereiken en werd de route ernaartoe als sociaal onveilig beschouwd. Uiteindelijk liepen die onderhandelingen tussen de gemeente Bunnik en de UU over die locatie spaak.

Volgens transitiemanager Hendriks zal het nieuwe gebouw beter in de smaak vallen. De medewerkers waren aanwezig bij de sleuteloverdracht. Nu zijn ze met werkgroepen aan de slag om de verhuizing voor te bereiden.

Hendriks: “Deze verandering biedt juist kansen. Het is een mooie, goed bereikbare plek. Het gaat ook om een geheel nieuwe pand dat aan alle eisen en wensen voldoet. Het laden en lossen zal bijvoorbeeld veel prettiger kunnen verlopen. Het team krijgt bovendien ook een belangrijke stem in de nieuwe manier waarop er gewerkt gaat worden. Dat is voor hen ook een aantrekkelijk vooruitzicht.”

Zorgen bij bèta’s
De UU benadrukt dat de verhuizing van de postkamer en goederenontvangst de dienstverlening niet mag beïnvloeden. Alle UU-medewerkers moeten er zeker van zijn dat zij bestellingen op de juiste wijze en op het juiste tijdstip aangeleverd krijgen. Vooral bij de bètafaculteit lijken daarover nog zorgen te leven.

Faculteitsraadslid Suzan Ruijtenberg stelde eerder dit jaar al vragen over de aanstaande verhuizing van de goederenontvangst aan het faculteitsbestuur. Dat deed ze nadat ze gemerkt had dat het bestuur van haar biologiedepartement niet op de hoogte was van de ontwikkelingen.

Ruijtenberg zegt dat er vooral behoefte is aan concrete informatie over de praktische gevolgen van de verhuizing. Er zijn volgens haar grote zorgen over de aanlevering van ‘kritieke’ goederen die van belang zijn voor het onderzoek. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om ingevroren dna-materiaal of dieren of ijssamples.

“We krijgen steeds te horen dat die goederen niet naar Kanaleneiland gaan en dat er wat dat betreft niets verandert. Dat hopen we dan maar, maar het is tegelijkertijd moeilijk te geloven. Je zit toch met allerlei vragen: Wie beslist wat kritieke goederen zijn en wat niet? Wat als er in een zending kritieke én niet kritieke goederen zitten? Gaat het dan eerst naar Kanaleneiland?”

Op dit moment zijn de lijntjes bovendien kort. Ruijtenberg loopt geregeld zelf ’s ochtends even langs het magazijn om een bestelling op te halen, zodat ze meteen met een nieuwe experiment kan beginnen. Het faculteitsraadslid vraagt zich af wat het gaat betekenen als die flexibiliteit en dat dagelijkse contact verdwijnt. “Kan ik straks bijvoorbeeld nog blijven rekenen op dezelfde mensen bij de centrale goederenontvangst? Of komen er straks nieuwe mensen die misschien niet beseffen hoe belangrijk die materialen voor ons zijn?”

Hendriks begrijpt de gevoelens bij de bètamedewerkers. “Zij hadden het geluk dat de centrale goederenontvangst zo dichtbij zat. Andere faculteiten hebben die historie niet. We gaan er samen met de faculteit alles aan doen om ervoor te zorgen de dienstverlening zo optimaal mogelijk te houden. Net als voor alle andere medewerkers.”

 

Advertentie