UU wil biodiversiteit vergroten

Het Utrecht Science Park krijgt speciale ‘paden’ voor planten en dieren

Bij op bloem op USP, foto Dick Boetekees
Foto's in dit artikel zijn van Dick Boetekees. Alle foto's zijn genomen op het Utrecht Science Park

Voor de UU zijn de 17 werelddoelen voor duurzame ontwikkeling een belangrijke leidraad in haar onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Eind 2020 sloot de UU zich aan bij het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en in het Strategisch Plan 2021-2025 Samen de wereld duurzaam verbeteren staat dat de UU de biodiversiteit op het eigen terrein wil vergroten. Daarvoor ligt er nu het zogeheten Inrichtings- en beheerplan biodiversiteit op tafel.

Bij het opstellen van het plan is gekeken naar de huidige stand van zaken. Hoeveel groen en water is er op het 350 hectare grootte Utrecht Science Park en wat zijn de wensen? Op basis daarvan is een “realistisch plan” gemaakt, zegt Dorinne Raaimakers, projectleider biodiversiteit van het programma Duurzaamheid. “Voordat de universiteit hier in de jaren 60 van de vorige eeuw neerstreek, was dit gebied een rivierenlandschap met verschillende boomgaarden. Met alle bebouwing en alle mensen die hier komen, is het niet realistisch om te zeggen dat we het gebied er zo weer willen laten uitzien. Dat kan niet. Maar met het plan dat er nu ligt, denken we dat een aantal planten- en diersoorten die hier van oudsher leefden, terugkeren om zich hier weer permanent te vestigen.”

In het oorspronkelijk landschap voelden dassen, patrijzen en nachtegalen zich thuis in wat toen de Johannapolder heette. Door de ruilverkaveling in de jaren 50 van de vorige eeuw ontstonden grotere percelen. Na de komst van de universiteit versteent het gebied. De ruilverkaveling en de toename aan gebouwen van de universiteit, de hogeschool, onderzoeksinstellingen en studentenhuisvester SSH hadden grote gevolgen voor de flora en fauna. Niet alleen voor het USP maar ook voor de landgoederen Amelisweerd, Sandwijck en Oostbroek die door de komst van de universiteit en de snelwegen A27 en A28, niet meer met elkaar in verbinding staan. De biodiversiteit nam in het hele gebied af.

Vlinder in het USP, foto Dick Boetekees

Blauwborst of rietzanger
De universiteit hoopt met haar plannen dat een aantal oude ‘bewoners’ weer terugkeert en zich tot een vitale populatie ontwikkelt. “We hebben ons vooral gericht op planten en dieren die van oudsher hier thuis horen in het rivierenlandschap”, zegt Raaimakers. Naast de al eerder genoemde dieren, gaat het bijvoorbeeld ook om de ringslang, de steenuil, waterplant het glanzend fonteinkruid en vlinders zoals de sleedoornpage. Het zijn de zogenoemde gidssoorten. Dit zijn dier- en plantsoorten waarvan de aanwezigheid iets zegt over hoe goed een ecosysteem functioneert. De vogelsoort blauwborst, die vroeger in de polder nestelde, is afgevallen als soort, zegt Raaimakers. “Voor die vogel zijn hele grote oppervlaktes met riet nodig. Dat kunnen we niet realiseren. Daarom hebben we meer praktisch gekozen voor de rietzanger, die is tevreden met wat minder riet.”

In het plan staat hoe de natuur op het USP zo hersteld kan worden dat deze planten en dieren zich hier weer kunnen vestigen of dat er meer van een bepaalde soort komt. Te denken valt dan aan maatregelen die bepaalde soorten planten bevorderen die weer bepaalde insecten trekken die weer bepaalde vogels trekken. Op de site van de UU staat een interactieve kaart waar te zien is in welk soort leefomgeving je welke dieren en planten zou kunnen verwachten.

Insekten op USP, foto Dick Boetekees

Herberg voor insecten
Hoewel het plan onlangs pas openbaar werd, heeft de universiteit al eerder maatregelen genomen om de biodiversiteit te vergroten. Zo wordt het gras nog maar twee keer per jaar gemaaid waardoor het groen in de bermen tot kniehoogte groeit. Het is “de herberg” voor insecten, zegt Raaimakers. “Het maaien blijft nodig, omdat sommige plantensoorten anders niet de kans krijgen om te groeien.”

Ook zijn er hier en daar al ouderwetse houtwallen gemaakt en was er al het beleid om alleen nog inheemse bomen en struiken te planten. De universiteit let hierbij wel op dat er genoeg verschillende soorten op het USP groeien. “We hebben in dit gebied zo’n vierduizend bomen. Als een boom vervangen wordt, hoeft dat niet dezelfde soort te zijn als die er al staat. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen dat ziektes overspringen en helpt er bijvoorbeeld voor te zorgen dat  de eikenprocessierups zich minder makkelijk kan verspreiden.”

Wat voor 2025 nog moet gebeuren, is het aanleggen van poelen zodat amfibieën en reptielen een groter leefgebied krijgen en ook via het USP van het ene landgoed naar het andere kunnen hoppen. En ook moeten er meer groene stroken komen, zodat bijvoorbeeld de das via de campus naar een ander landgoed kan lopen.

Poel op USP, foto Dick Boetekees

Windmolens en vleermuizen
De grotere aandacht voor groen op het USP, kan in de toekomst leiden tot discussies, denkt Raaimakers. Zo komen er nog gebouwen bij op het USP, zoals een studentencomplex en de internationale school. Beide panden komen te staan in wat nu nog een weiland is. Dat heeft gevolgen voor de biodiversiteit. En wat als er windmolens komen? “Windmolens gaan niet goed samen met vogels en vleermuizen. Het zijn dit type afwegingen waar we de komende jaren vaker mee te maken krijgen.”

In 2025 moet de ‘groene en blauwe’ infrastructuur klaar zijn. “Dan zal het nog zeker tien tot vijftien jaar duren voordat de planten en dieren die hier vroeger waren weer in het gebied leven”, verwacht Raaimakers. Garanties zijn er echter niet, stelt het adviesbureau dat het rapport in opdracht van de universiteit opstelde. Met de uitvoering van deze plannen, krijg het USP wél een hogere biodiversiteit, maar of de ‘oude bewoners’ terug keren is niet met zekerheid te zeggen, waarschuwen de deskundigen. “Planten en dieren stellen hoge eisen aan hun habitat.” Er zijn vele elementen waarom USP niet als woonplaats wordt gekozen, stellen zij: het blijft een bebouwde omgeving met veel menselijke activiteiten, grenzend aan snelwegen en met lichtvervuiling. Raaimakers: “Maar dat is geen reden om de omgeving niet zo aan te passen, dat het gebied aantrekkelijk wordt voor meer planten en dieren, meer biodivers en hiermee ook aantrekkelijker voor mensen.”

Kaart van het Utrecht Science Park waarin de biodiversiteit per deelgebied wordt benoemd.

Kwaliteitskaart biodiversiteit USP, van onderzoeksbureau Dactylis

Deze kaart laat zien hoe het op dit moment gesteld is met de biodiversiteit op het Utrecht Science Park. De kwaliteit is in kaart gebracht door Ecologisch Onderzoeksbureau Dactylis die de Universiteit Utrecht mede heeft geadviseerd over de wijze waarop de biodiversiteit te vergroten is.

Kaart van het Utrecht Science Park waarop te zien wat volgens het onderzoeksbureau praktisch realiseerbaar is.

kaart hoe het USP biodiverser te maken is
legenda

Advertentie