10 jaar Vidius: op zoek naar het belang van iedere Utrechtse student

Vidius bestaat 10 jaar. Tjolina Proost was de eerste voorzitter van Vidius, Stan Liebrand staat op dit moment aan het roer. Foto: DUB

Het was in 2011 wel even slikken voor sommige Utrechtse actievoerders in de studentenwereld. De roemruchte studentenvakbond USF hield na 70 jaar op te bestaan en fuseerde met het Oofu, een organisatie die vooral opkwam voor studieverenigingen, en met Linq, die de medezeggenschap ondersteunde.

“Wij merkten dat we nauwelijks nog nieuwe bestuursleden konden vinden en het zou zonde zijn als de Utrechtse studentenvakbond ten onder zou gaan. Invloed hadden we namelijk nog wel. We schoven regelmatig aan bij een wethouder om over studentenhuisvesting of over het openbaar vervoer te praten of spraken met de universiteit en hogeschool over het belang van een sprankelend verenigingsleven en goede medezeggenschap.” Aan het woord is Tjolina Proost, de eerste voorzitter van Vidius. Tijdens haar studie Bestuurs- en Organisatiewetenschap werd ze actief als coördinator van het trainingsbureau van studentenvakbond USF. In het collegejaar 2010-2011 zat ze in de Universiteitsraad en was ze één van de initiatiefnemers van wat later Vidius zou worden. “Je merkte dat Oofu en Linq voor een deel hetzelfde deden als USF. Als deze drie de krachten zouden bundelen, konden ze efficiënter en effectiever opkomen voor de belangen van (besturende) studenten.”

Er moest een nieuwe naam komen om de andere partijen niet het idee te geven te zijn overgenomen. Hoe zijn jullie aan die naam gekomen?
Tjolina: “Wij hebben een tijdje gebrainstormd over een nieuwe naam. Christien, assessor van Geesteswetenschappen en lid van de oprichtingsgroep, zat een wijntje te drinken met haar vriend en kreeg deze ingeving: Vidius, Voor Iedereen Die In Utrecht Studeert. Het klopte gewoon, het voelde als het ei van Columbus. De naam werd die avond direct per sms gedeeld en enthousiast beantwoord."

Jelmer de Ronde, de laatste voorzitter van USF, herinnert zich dat er binnen de USF wel discussie was over de nieuwe koers. Als je voor iedere student in Utrecht bent, moet je op zoek naar compromissen. USF had toch een meer activistische reputatie. Hoe moeilijk was het om daar afstand van te doen?
Tjolina: “Wij hadden de laatste jaren van USF al enigszins afscheid genomen van het activisme. De actietijd van de jaren 70 was ook allang voorbij. Wij gingen niet meer zomaar de barricade op, maar wilden vooral een constructieve gesprekspartner zijn. Naar ons idee zouden we op die manier serieuzer genomen worden en meer betekenen voor studenten. Zo organiseerden we als Vidius bij de invoering van de langstudeerboete geen protest-, maar een voorlichtingsactie om studenten te vertellen wat hen te wachten stond. Maar we bleven wel lid van de landelijke studentenvakbond LSVb en als het nodig was, zouden we ook meedoen aan landelijke acties.”

Stan Liebrand, student Natuurkunde en de huidige voorzitter van Vidius knikt instemmend. “Ik vind het heel interessant om dit te horen. Ik herken het ook. Vidius wil in de eerste plaats een gesprekspartner zijn om de belangen van studenten kenbaar te maken. We zijn niet een partij die alleen maar boos is, maar ook geen partij die op schoot zit bij de gemeente of de hoger onderwijsinstellingen. Het is telkens zoeken naar de balans om zo echt wat te bereiken.”

Jelmer de Ronde zegt dat Vidius zichtbaarder wilde zijn voor de studenten dan USF was. Is dat gelukt? En hoe weet Vidius wat er speelt bij studenten en hoe bepaal je dan als Vidius een standpunt?
Stan: “De bekendheid van Vidius onder studenten is niet zo groot. Ik had kort voor ik me aanmeldde voor een bestuursfunctie ook niet van Vidius gehoord. Ik ging naar een debat en dat bleek door Vidius georganiseerd te zijn en zo raakte ik geïnteresseerd. Toch is die bekendheid geen doel op zich. Wij zetten ons in voor iedere student die in Utrecht studeert. Maar dat wil niet zeggen dat iedere student dat hoeft te weten. Al wil je die bekendheid wel stimuleren. Zo bieden we bijvoorbeeld rechtshulp aan of hulp bij huurklachten en dan is het goed dat studenten weten dat ze bij ons terecht kunnen.

“Wij concentreren ons op de onderwerpen die voor alle studenten belangrijk zijn. Iedere student wil goede studentenhuisvesting zonder uitbuiting, een goed fietsnetwerk en goed openbaar vervoer in de stad. Om erachter te komen wat de Utrechtse studenten vinden, doen we navraag bij onze verenigingen. Dat zijn er heel veel: studieverenigingen, sportverenigingen, gezelligheidsverenigingen, religieuze verenigingen en noem maar op. Dat werkt heel goed. Als het gaat om de herinrichting van het Merwedekanaal krijgen we de informatie van de roeiverenigingen. Daarnaast doen we ook onderzoek onder studenten. Zoals bijvoorbeeld recentelijk over de hospiteercultuur of over de woonbehoeftes. Dan vragen we of studenten liever dichtbij het centrum wonen of wat verder weg tegen een lagere huur. We zetten de enquêtes uit via de verenigingen en dan krijg je een goed beeld van wat er leeft.

“Als er conflicterende thema’s zijn, zoals bijvoorbeeld over de verdeling van de bestuursbeurzen, dan zetten we alle partijen om de tafel en zeggen ‘hoe gaan we dit oplossen?’. We hebben een bemiddelende rol en kijken hoe we allemaal wat water bij de wijn kunnen doen. Om een voorbeeld te noemen: de gezelligheidsverenigingen moesten bij een recent plan over de bestuursbeurzen van de UU geld inleveren en waren daar niet blij mee. Voor andere verenigingen pakte de verdeling beter uit. Tegelijk zag je dat de universiteit steeds meer eisen stelde aan de besteding van het geld. Je kunt dan ieder zijn eigen lobby laten doen, maar dat maakt je zwakker. Het was duidelijk dat een verhoging van het budget er niet in zou zitten. Toen hebben we gekozen voor één boodschap. Dan maar een andere verdeling van het budget, maar met een duidelijke stellingname dat de verenigingen zelf gaan over de besteding van het geld.”

Eva Oosters raadslid voor Student & Starter in de gemeenteraad van Utrecht zegt dat ze bewondering heeft voor de manier waarop de belangenbehartiger een gesprekspartner is voor het stadsbestuur. Maar ze vraagt zich wel af hoe Vidius zijn standpunt bepaalt als de belangen uiteenlopen. Denk aan het conflict over een pand waar krakers en dat het USC gehuurd had om zijn lustrumfeest te geven. Maar ook als het gaat om het hebben van een voortrekkersrol op het vlak van duurzaamheid en diversiteit.
Stan: “Je ontkomt er niet aan dat er altijd tegenstemmen zullen zijn. Als wij ons sterk maken voor een feestelijke activiteit op het Janskerkhof van studentenvereniging USC, zullen er ook studenten zijn die dat niet willen vanwege het kabaal en de rommel. Op grote lijnen kun je echter best aangeven wat het studentenbelang is. In de regel volgen we de consensus onder studenten.

“In het geval van het conflict tussen de krakers en het USC, kiezen we geen kant. We helpen beide partijen met rechtshulp. Dan zijn we meer richtinggevend en informeren we ze hoe je voor je belangen kan opkomen.

“Als het gaat om issues als duurzaamheid en diversiteit, nemen wij niet het voortouw. Wij zijn geen politieke partij. Bij de overweging kijken we naar de vraag: wat is in het belang voor iedere Utrechtse student. Als we een enquête zouden doen over vleesgebruik in de kantines en de meerderheid zegt dat in een kantine vlees moet blijven, dan is dat ons standpunt. Het is niet de bedoeling om als Vidius een politieke agenda door te drukken. Dat wil niet zeggen dat we tegen duurzaamheid zijn. Integendeel. We hebben net een document gemaakt hoe verenigingen duurzamer kunnen zijn. Maar we gaan dat niet opleggen.”

Vidius heeft drie gezichten: één gericht op de onderwijsinstellingen, één op de stad en één op de landelijke politiek. Waar lag de focus in de beginfase?
Tjolina: “ We moesten de vereniging helemaal opbouwen. Daarbij hadden we oog voor alle drie de gezichten. We keken ook naar de onderwerpen die op dat moment het meest actueel en urgent waren. In de stad speelde de tramlijn, landelijk waren grote discussies over het leenstelsel. Beide van groot belang voor studenten. Ik denk dat we als Vidius daarom altijd zoeken naar de balans tussen de verschillende onderwerpen.”

De voorzitter van de LSVb Lyle Muns is een beetje jaloers op de manier waarop Vidius een positie in de stad heeft veroverd. Hij ziet dat als een voorbeeld voor andere leden van de LSVb. Ligt in die belangenbehartiging binnen de stad niet vooral jullie kracht?
Tjolina: “Het klopt dat er in de stad geen andere vertegenwoordiger is van de studentenbelangen zoals Vidius. En wij hebben ons daar in het begin sterk voor gemaakt door het bezoeken van gemeentelijke vergaderingen en inspraakavonden. Dan leren ze je wel kennen en zo hebben we die positie veroverd. Maar die andere gezichten van Vidius zijn ook belangrijk en moet je niet verwaarlozen.”

Stan: “In de stad hebben we een duidelijk gezicht. Dat is belangrijk. We gaan nog steeds naar veel gemeentelijke bijeenkomsten. En met Student&Starter hebben we, samen met andere studentenorganisaties, een maandelijks overleg waarbij we doornemen wat er in de stad speelt en wat er voor studenten belangrijk is. Het is niet voor niets dat de gemeente ons heeft gevraagd om samen met andere studentenorganisaties een campagne op te zetten om studenten voor te lichten over corona. Al moeten we goed uitkijken dat we ons niet voor het karretje laten spannen. Je merkt wel dat het stadsbestuur open staat voor onze mening, maar dat het soms moeilijk is om plannen ook echt te realiseren. Wij zijn bijvoorbeeld al heel lang bezig om extra studiewerkplekken in de stad te realiseren in leegstaande kantoren of theaters. Ze vinden het een leuk plan, maar je wordt van het kastje naar de muur gestuurd bij het realiseren van het plan. Je hebt te maken met een machtig ambtenarenapparaat.”

Studieverenigingen zeggen de trainingen die jullie verzorgen chill te vinden. Dus dat heeft inderdaad een functie. En Pepijn Lapidaire van de Universiteitsraadspartij PvdUS zegt dat jullie op bepaalde thema’s, zoals studentenwelzijn goed samenwerken.
Stan: “Als het gaat om de medezeggenschap willen we vooral faciliterend zijn. We zorgen voor trainingen voor bestuurders, laten medezeggenschappers met elkaar in contact komen en we organiseren een Nacht van de Professoren, een groot feest waar de professoren de muziek bepalen en waarin we prijzen uitreiken voor beste studentbestuurders en medezeggenschappers. Wij moeten niet in het vaarwater van de medezeggenschap gaan zitten. Een thema als studentenwelzijn is groot en dan werken we graag samen met de studenten in de raden.

“Landelijk sluiten we ons aan bij de LSVb. Zij organiseren acties en als het nodig is, springen we bij. Zo waren wij wel actief bij de organisatie van de studentenstaking tegen het leenstelsel op 3 juni.”

Als je terug kijkt op 10 jaar Vidius, wat maakt jullie dan trots? En zijn de tegengevallers
Tjolina: “Ik vind het geweldig dat Vidius er gewoon nog is. Toen wij hier 10 jaar geleden aan begonnen, vreesden we voor het voortbestaan van de Utrechtse Studentenvakbond. Nu is er een organisatie die nog precies werkt volgens de ideeën die wij toen voor ogen hadden over hoe je opkomt voor studentenbelangen. Vidius is nog altijd springlevend en heeft zich goed ontwikkeld.

“Ik zie ook geen grote tegenvallers, al zijn er altijd zaken die je achteraf anders had kunnen doen of thema’s waarvan de uitkomst je niet blij maakt. Ik vind het bijvoorbeeld slecht voor studenten dat indertijd het leenstelsel is aangenomen, maar ik weet niet hoe we dat hadden kunnen voorkomen. Je ziet dat argumenten die wij toen gebruikten, zoals de gebrekkige doorstroming van bachelor naar master, nu uitkomen. Het wordt dan weer een politiek thema.”

Stan: “Wij zijn een unieke organisatie die opkomt voor de belangen van studenten op een professionele manier die niemand anders in de stad op die manier zou kunnen doen. Wij hebben een breed netwerk in de studentenwereld. Daarbij durven we ons ook vast te bijten in lastige thema’s, zoals een omgevingsvisie of een gevoelig dossier als de subsidieregeling voor studentenorganisaties waar de belangen zo uiteen lopen. Dat doen we goed.

“Met sommige beslissingen ben je minder blij. Vorig jaar haalde een voorstel over de hospitaregeling het net niet in de raad. We wilden dat het aantal kamerbewoners bij een huiseigenaar van twee naar drie mensen zou gaan. Ze kwamen in de raad net één stem te kort. Dat is een tegenslag, maar die raakt niet de essentie van de vereniging.

“Wat ons wel geraakt heeft, is de verhuizing van Pnyx van de binnenstad naar De Uithof. In Pnyx hebben veel studentenorganisaties, waaronder Vidius, hun kantoor. Het is echt een verschrikkelijk gebouw zonder allure of aantrekkingskracht. Je moet werken in een container met donkere gangen en alleen TL-licht. Er zijn bovendien betuttelende regels als een verbod op een prullenbak of een waterkoker. Het is absoluut het tegenovergesteld van wat het studentenleven zou moeten zijn. Wij zijn nog steeds bezig om snel weer terug te mogen naar de binnenstad. “

Wat kunnen we de komende 10 jaar van Vidius verwachten?
Stan: “Ik denk dat we door moeten gaan op de weg die we ingeslagen zijn. Alleen zou ik hopen we dat we nog wat meer groeien en ons kunnen versterken. Je staat nu toch als klein bestuur van vijf studenten tegenover een enorm ambtenarenapparaat. Als we wat bekender worden onder studenten en meer mensen aan ons kunnen binden, kunnen we onze dossierkennis vergroten en onze rol nog beter uitvoeren.”

Tjolina: “Het is goed wat Vidius in die 10 jaar heeft opgebouwd. Die unieke positie moeten ze behouden. Niet alleen in de stad, maar ook als ondersteuner van de vele Utrechtse verenigingen. Ik merk zelf in mijn eigen werk als beleidsadviseur bij een samenwerkingsverband van gemeenten hoeveel profijt ik heb gehad van mijn bestuursjaren en hoeveel vrienden ik daar aan heb over gehouden. Ik hoop dat de komende jaren nog veel studenten dezelfde ervaringen kunnen opdoen en dat Vidius daar een rol in kan spelen.”

Advertentie