'Alliantiestudenten' buigen zich over coronavraagstuk gemeente Utrecht

Screenshot van de eerste teamsbijeenkomst van de Covid Challenge

‘Hoe kan je binnen Nederland met inachtneming van de coronamaatregelen ruimte creëren voor burgers om iets te doen?’ Dat is de vraag van de gemeente Utrecht waar 49 studenten van de Technische Universiteit Eindhoven, Wageningen University & Research, Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht zich de komende maanden over gaan buigen. De derdejaars en masterstudenten krijgen voor dit vak 3,5 studiepunt. De Covid Challenge behoort tot het eerste onderwijsaanbod dat de vier instellingen gezamenlijk aanbieden als gevolg van de alliantie die de instellingen vorig jaar met elkaar zijn aangegaan.

Vanochtend hebben de studenten hun eerste bijeenkomst gehad. Na de kennismaking werden de studenten in teams ingedeeld en kregen een coach. In elk team zitten studenten van de vier instellingen en van verschillende studies. Tijdens de volgende bijeenkomsten moeten de teams vooral informatie verzamelen. Hiervoor geven experts zoals medici, sociale- en geesteswetenschappers en gemeenteambtenaren via een web lecture hen de nodige informatie. Als duidelijk is met welk idee elke groep aan de slag gaat, volgen vraag en antwoordsessies met de experts, zegt projectleider onderwijsinnovatie concepten van de alliantie Sabine Uijl. “Die gaan dan dieper in op het onderwerp waar de studenten mee bezig zijn. We bieden dus heel veel ruimte voor studenten om met experts aan de gang te gaan.” Parallel daaraan volgen de studenten verschillende workshops waarin vaardigheden worden getraind zoals creatief denken. Het onderwijs is in het Engels en door corona zal het meeste onderwijs en samenwerken online gebeuren.

Aan het einde van de rit geven de studenten in juni een presentatie aan de opdrachtgever. “Bij deze challenge kunnen ook de gemeenten Wageningen en Eindhoven aanschuiven omdat de ideeën die de studenten voor Utrecht hebben ook van toepassing kunnen zijn voor andere gemeenten. Omdat de vraag zo open is, is het een verrassing waarmee de studenten komen.”

Persoonlijke ontwikkeling
In deze onderwijsvorm zijn er geen hoor- en werkcolleges. Studenten moeten zelf de benodigde informatie verzamelen. “Wat studenten van deze werkvorm leren, draagt bij aan hun persoonlijke ontwikkeling. Ze brengen kennis in de praktijk en ze leren interdisciplinair werken. De studenten vliegen vanuit hun eigen expertise een probleem aan en vullen elkaars kennis aan. Wat ook interessant is, is hoe de experts bevraagd gaan worden. Zij krijgen misschien ook vragen waar ze zelf even over moeten nadenken.”

Dit vak is één van de vijf challenges die de alliantie aanbiedt. De eerste zijn in februari begonnen. Bij dit challenge based learning werken studenten uit verschillende disciplines met elkaar en met maatschappelijke partners samen aan daadwerkelijke problemen uit het bedrijfsleven of de samenleving. Opdrachtgevers zijn behalve de gemeente Utrecht, bijvoorbeeld ook het ministerie van Defensie die een nieuw “voedselconcept” wil voor militairen op training en missie. Ook is de Inter University Sustainability Challenge in februari begonnen waar studentenoplossingen zoeken voor duurzame ontwikkelingen.

Er was veel belangstelling voor de verschillende challenges waaraan alleen derdejaars bachelor- en masterstudenten mee mogen doen. “Voor elke challenge hebben zich meer gegadigden aangemeld dan er plekken zijn. We hebben moeten loten”, zegt Uijl. Zo hadden zich voor de challenge van de gemeente Utrecht, 70 studenten aangemeld terwijl er maar plaats is voor 49. “Bij het loten is alleen gekeken of van elke universiteit evenredig veel studenten zijn vertegenwoordigd.”

Vernieuwend onderwijs
Het doel van de vier instellingen in de alliantie is om het onderwijs en onderzoek te versterken door interdisciplinair naar maatschappelijke vraagstukken te kijken op het gebied van energie, duurzaamheid, gezondheid en voeding. Elke instelling stopt de komende vier jaar per jaar 1,5 miljoen euro in de samenwerking. Vernieuwing op het vlak van wetenschap en onderwijs staan centraal.

De challenges behoren daartoe, zegt Uijl. “We zijn begonnen met deze onderwijsvorm, omdat die bij alle vier de instellingen al bekend is. De uitdaging is nu dat door de alliantie er meer disciplines bij betrokken zijn dan een challenge bij elke universiteit afzonderlijk.”

Ook onderwijs in digitale vorm staat op de agenda. Door de coronamaatregelen moest het onderwijs in hoog tempo online gegeven worden. Het digitaliseren van het veldwerk is hier een voorbeeld van. Op de ervaringen die hiermee zijn opgedaan willen de vier instellingen in alliantieverband voortborduren.

Naar innovaties als deze wordt ook onderzoek gedaan om te leren welke methoden bijvoorbeeld het beste werken. Het alliantie-onderwijs richt zich daarnaast ook op afgestudeerden: hoe kunnen zij zich blijven ontwikkelen in een interdisciplinaire vorm?

De vier instellingen gaat het onderwijsaanbod nog verder uitbreiden. Vanaf het nieuwe collegejaar zijn ook verschillende vakken uit de reguliere programma’s van de universiteiten toegankelijk voor alle studenten uit de alliantie. “Op dit moment kunnen docenten hun vak nog aanmelden”, zegt Sabine Uijl.

Om mee te doen moeten vakken aantrekkelijk zijn voor studenten van de alliantiepartners: zowel qua inhoud als qua studeerbaarheid, legt ze uit. Zo worden om de studeerbaarheid te vergroten de vakken tijd- en plaats onafhankelijker gemaakt. Op die manier hoeven studenten niet of minder te reizen en past het vak beter in de verschillende onderwijsperiodes die de instellingen hebben.

Gewerkt wordt ook aan een masteropleiding van de drie universiteiten. Dat is een meerjarenplan, zegt Uijl, “waar de samenwerkingen op onderwijsgebied die nu concreet worden het voorland van zijn”.

 

 

Advertentie