Een derde UU-masterstudenten heeft burnout-symptomen

Studenten met te hoge verwachtingen van eigen prestaties lopen risico

Hoogspringer
Foto: Flick/ Scott Ray

Hebben jullie het gevoel te moeten presteren binnen jullie opleiding? Hoe reageren jullie op onvoorspelbare situaties? Zijn jullie bang voor de gevolgen als er iets fout gaat op studiegebied?

Dat zijn vragen waarop postdoc Marijntje Zeijen via een aantal kwalitatieve interviews en een vragenlijst antwoord op probeerde te vinden. Zij wilde achterhalen in hoeverre Utrechtse masterstudenten irreële eisen aan zichzelf stellen en moeite hebben met situaties waar ze geen controle over hebben. Én of studenten daardoor eerder psychische problemen krijgen. De eerste resultaten van het onderzoek waaraan vier faculteiten meewerkten, werden in januari 2021 gepubliceerd in de International Journal of Environmental Research.

“We zien inderdaad dat wie hoog scoort op die personal demands, zoals we ze noemen, eerder uitgeput raakt en meer stress heeft”, legt Zeijen uit. Het gaat volgens haar om studenten die dwangmatig controle willen houden over alles wat er gebeurt binnen de studie, altijd duidelijkheid willen hebben en koste wat kost fouten maken willen voorkomen. “Die studenten ervaren meer werk- en tijdsdruk en zien minder ontwikkelmogelijkheden. Dat vergroot het risico op een burn-out.”

Risicogroep
Die negatieve impact van die te hoge verwachtingen kan gecompenseerd worden als studenten beschikken over eigenschappen als optimisme, doorzettingsvermogen en zelfredzaamheid, zo blijkt ook uit de studie van Zeijen. “Maar een kwart van de studenten zit bij beide aspecten aan de negatieve kant van de balans. Ze scoren dus hoog op de irreële persoonlijke eisen en laag op de positieve persoonlijke eigenschappen. Die studenten zou je als een risicogroep kunnen aanmerken.”

Daarbij laten de data van Zeijen zien dat opmerkelijk veel studenten symptomen van burn-out rapporteren. Zo’n 30 procent zit in de gevarenzone als alleen naar die symptomen wordt gekeken. Daarbij gaat het onder meer om vermoeidheid, moeite om te concentreren en een onverschillige of negatieve houding ten opzicht van de studie.

“Ik schrik daar wel van. Daar zien we waarschijnlijk ook de gevolgen van de coronaperiode die voor veel studenten erg stressvol is geweest. In andere onderzoeken steeg de omvang van het aantal klachten over depressie en angst eveneens.”

Voorspellende waarde
De publicatie was het eerste resultaat van het How Are UU-onderzoeksproject waarmee de universiteit het welzijn van masterstudenten wil verbeteren om hen daarmee ook een positieve start te geven in hun eerste baan.

Inmiddels zijn er al enkele vervolgonderzoeken geweest. Uit nog niet gepubliceerde onderzoeksgegevens van Zeijen blijkt bijvoorbeeld dat studenten die hoge eisen aan zichzelf stellen ook hun eerste baan als erg belastend en stressvol kunnen ervaren. Daarbij moet worden aangetekend dat positieve karaktertrekken dan een sterkere compenserende invloed lijken te hebben.

Zeijen: “Maar de antwoorden die studenten geven op onze vragen hebben dus een voorspellende waarde. Als je tijdens je studie op problemen stuit, is de kans ook groot dat je die in je werk ook tegenkomt.”

Op dit moment wordt onderzocht of masterstudenten baat hebben bij een cursus waarin wordt onderzocht waar die neiging tot perfectionisme vandaan komt. In diezelfde studie wordt studenten gevraagd waar ze energie van krijgen en hoe ze zelf graag zouden leren.  “Het zou heel mooi zijn als daar positieve resultaten uit naar voren komen en studenten inderdaad iets hebben aan die cursus.”

Betrokkenheid vergroten
De uitkomsten van de studies bieden volgens de postdoc daarom aanknopingspunten voor docenten, tutoren en psychologen om het welzijn van studenten te verbeteren. Met studenten kan gewerkt worden aan het loslaten van het idee dat fouten niet gemaakt mogen worden. Studenten moeten daarnaast leren dat onzekerheden erbij horen en dat je niet overal controle over kunt houden.

Maar er kan volgens Zeijen ook aandacht zijn voor het vergroten van de positieve, compenserende vaardigheden. “Als studenten meer mogelijkheden zien om hun eigen studie vorm te geven op de manier waarop ze dat zelf willen, als de sfeer er een is waarin studenten om feedback durven te vragen en als ze ook het gevoel hebben dat ze gesteund worden, dan voelen ze zich ook meer betrokken bij hun studie en daardoor energieker.”

Tegelijkertijd zouden de onderzoeksgegevens ook interessant zijn om gewoon eens te bespreken in hun mentorgroep, suggereert Zeijen. “Als studenten bewust worden van hun eigen gedrag of horen hoe anderen reageren als ze een keer een slecht cijfer hebben, is dat vaak ook al een winstpunt.”

DUB sprak met Marijntje Zeijen over het Utrechtse onderzoek in het kader van een magazine over studentenwelzijn dat vanaf woensdag te verkrijgen is op verschillende plekken binnen de universiteit. Zeijen is ook een van de sprekers tijdens de bijeenkomst 'Falen: een ode aan de loser' van Studium Generale op 23 november. 

Advertentie