Bijna klaar met de studie, maar wat kan ik er nu mee?

Filosoferen over je loopbaan in Zwitserland. Foto Prerna Chaudhary

Ik zit op het moment dat ik dit schrijf in een trein in Zwitserland. Ik wacht op de tentamenresultaten, ben een paar laatste opdrachten aan het afronden en werk aan een item uit mijn to-do lijst: dit blog.

Wat me opvalt is dat deze reis met name een zoektocht lijkt te zijn naar zingeving. Elke plek waar ik aankom, lijkt iemand me te vragen: en wat doe jij? Voor iemand die bijna gaat werken is dat een vrij confronterende vraag. Wat wordt die eerste baan dan?

Ik blijk niet de enige te zijn die met die vraag worstelt. De vriend waarbij ik overnacht zit er ook mee. Als basisarts lijkt het antwoord bij hem voor de hand te liggen: als arts ga je werken in een ziekenhuis immers? Toch zoekt ook hij nog naar wat hij echt wil. Hopende dat een nieuwe omgeving groei tot stand brengt en nieuwe indrukken oplevert, overweegt hij in andere landen en steden te gaan werken.

Waar wil ik heen?
Voor mij is het met name de vraag wat ik wil gaan doen. Wat kan ik nu eigenlijk na een universitaire studie van jaren? Desondanks kan het misschien een betere vraag zijn: waar wil ik heen met mijn leven en baan. (Te) Vaak is het makkelijk met de stroom mee te gaan. Van middelbare school, naar universiteit, waarin een bachelor en master elkaar opvolgen en mogelijk uitmonden in een baan of een PhD. De opties die we voorgeschoteld krijgen zijn misschien vrij beperkt hoewel ze toch overweldigend lijken. Wat zou dan het alternatief zijn?

Afgelopen week kwam ik een vrouw tegen die haar hele leven heeft doorgebracht in het dorp waar ze is opgegroeid in de Alpen. Wanneer je haar vraagt wat ze doet, kijkt ze verschrikt op. Ze werkte eerst bij een skiwinkel en daarna in het postkantoor. Ik ontmoette ook een andere vrouw die was opgegroeid in Hawaï.  In een opwelling was ze  naar Brussel verhuisd, om vervolgens later verder te verhuizen naar Frankrijk. Deze vrouw besloot op haar 40ste een universitaire studie af te maken. Dit creëert toch hele andere aanpakken voor het leven. 

Ik vraag me daarmee af wat ze gemeen hebben. Ik zie niet direct een antwoord. Het enige dat ik me kan bedenken is dat ze iets tonen dat buiten de huidige belevingswereld van mezelf bevindt. De Zwitserse vriend en ik vragen ons af: is er nog iets anders? Iets dat ervoor zorgt dat je nieuwe ervaringen opdoet en je je blijft leren ontwikkelen en functioneren op diverse vlakken? Of stop je direct met leren na je studie?

Levenslang leren
Nu komt er bij mij direct naar boven dat bijscholing tegenwoordig zo populair is. Toch is dat niet exact wat me heel aantrekkelijk lijkt. Veelal gaat het om cursussen van twee of drie dagen waar je een diploma voor krijgt. Is dat de moeite waard?

Levenslang leren komt ook naar boven. Een idee dat sommige mensen aantrekt en anderen afschrikt. Is er wel ruimte voor, voor levenslang leren? Aan onze universiteit zie ik weinig scholingsactiviteiten voor volwassenen. Toch zijn ze er wel. Is het dan niet helemaal in de mode?

Wat is het eigenlijk, om naar de universiteit te gaan. Kan je je scholing ook op jezelf thuis behalen? Soms lijkt het wel zo (de manier waarop enkele lessen op de universiteit ingericht zijn, zou je bijna gaan denken dat dat zelfs de bedoeling is van de studie). Dit roept bij mij ook het beeld op van de diplomafabriek. Het doel van de universiteit kan verschuiven van een instelling waar geleerd wordt, naar een instelling die enkel beoogt examens af te nemen. Echter leidt dit ook tot een beperking. Cijfers worden belangrijker dan de menselijke inzichten en creativiteit. Immers moet voor het meten van vaardigheden veelal een objectieve maatstaaf gevonden worden waar cijfers aan gehangen kunnen worden. Of het cijfer daadwerkelijk samen kan vatten wat iemand kan is dan ook een hele andere vraag.

Wat zeggen cijfers?
Na een aantal jaren in universitaire systemen te hebben verkeerd, moet ik eerlijk toegeven dat ik niet weet wat ik wel en niet kan. Ik neig ernaar mijn cijfers als getuigenis van het kunnen van een vak te beschouwen. Desondanks merk ik dat zo'n cijfer me weinig lijkt te vertellen over wat ik wel of niet kan en zou kunnen in een nieuwe omgeving. Een vijf zou me tonen dat ik iets niet beheers en een zes dat ik ermee uit de voeten kan. Wat is het verschil tussen deze cijfers? Ga ik over één jaar merken dat ik iets wel of niet kan met of in het desbetreffende onderwerp? Beheerst iemand die een tien haalt het vak nu echt en beter dan iemand die een twee haalt, wanneer ze beide tijd en energie in een vak hebben gestopt? Ik zou eigenlijk beargumenteren dat degene die een tien haalt beheerst wat de docent vereist, en degene die de twee haalt ook wat geleerd zou kunnen hebben, maar wellicht niet wat de docent wilde onderwijzen. 

Hierbij stel ik me dan ook de vraag of dergelijke aanpak de creativiteit van studenten belemmert. Is die felbegeerde tien vergelijkbaar met het niet navolgen van de eigen interesse en creatieve(re) invulling?

Zou ik dan moeten kijken naar zaken die ik heb gedaan toen ik mijn eigen invulling aan een vak gaf? De momenten dat ik besloot dat mijn cijfer ondergeschikt was aan mijn interesse? Of bij de vakken waarbij ik de ruimte kreeg van docenten daarvoor?

Nochtans, een lastige vraag.. "Wat zou jij doen?"

Advertentie