Tijdelijk gebouw Padualaan nu open

Grote zorgen UU-docenten over knellende onderwijsroostering

Portocabins Padualaan
Foto's DUB

Grijs linoleum met de zanderige afdrukken van voetzolen, witte kale muren, krakende vloeren, brandwerende klapdeuren. Als je het nieuwe tijdelijke prefab-onderwijsgebouw aan de Padualaan betreedt, heb je even het gevoel dat je terug bent in de dependance van je oude lagere of middelbare school.

De veertien ruime werkgroepzalen in de blauwe geschakelde portocabines zijn sinds 3 oktober officieel in gebruik. Ze moeten het tekort van onderwijsruimten van de UU opvangen in het lopende en waarschijnlijk ook in het volgende collegejaar.

Heel druk is het er deze weken nog niet. Op een vrijdagmiddag zitten er in één zaal studenten. Daar vinden vanmiddag de werkgroepen Academic Writing and Presentation van de opleiding Global Sustainability Science plaats.

Omdat het lange tijd onzeker was wanneer het tijdelijke gebouw klaar zou zijn, konden universitaire roosteraars de nieuwe zalen niet opnemen in de roostering van de eerste twee onderwijsblokken. Vooralsnog wordt alleen het onderwijs omgeboekt dat noodgedwongen was ingepland in acht - niet voor onderwijs bedoelde - ruimten in verschillende UU-gebouwen.

“Vanaf  blok 2– en zeker vanaf blok 3 – zal het er naar verwachting veel drukker zijn”, zegt Miranda van Heesch, contactpersoon voor de roostering van de faculteiten Geowetenschappen, Sociale Wetenschappen en Bètawetenschappen.

Geen probleem met portocabins
Of de zalen bevallen? De eerstejaars studenten die DUB na afloop van hun werkgroep vraagt naar hun ervaringen met onderwijs in de containerzaal halen hun schouders op.

“Prima hoor”, zegt Rachel. Het enige is dat ze even naar de ingang moest zoeken. “Maar zolang we maar les krijgen, heb ik er helemaal geen probleem mee dat dat hier is.”

Internationale student Zech: “Ik weet niet waarom dit gebouw er moest komen, maar voor iets tijdelijks lijkt mij hier weinig mis mee. Alles is er en alles doet het.”

Student Pien zit boven in een hoek van het gebouw nog even te werken voordat haar college begint. Ze is er voor het eerst en ze moest aan medestudenten vragen wat er met de locatie ‘Porta’ in haar rooster werd bedoeld. Maar het valt haar niet tegen. “Ik heb natuurlijk een voorkeur voor de zalen in het Koningsberger of Buys Ballot dicht bij onze opleiding. Maar de wifi doet het hier en het is warm en het is gelukkig niet ver weg.”

Interieur portocabin Padualaan

Voldoende lokalen voor dit jaar
De vertraagde oplevering van de Padualaan zorgde dit voorjaar voor behoorlijk wat commotie binnen de faculteiten Bètawetenschappen, Sociale Wetenschappen en Geowetenschappen. Even leek het erop dat als gevolg van het te verwachten tekort aan ruimte het onderwijs van de faculteiten in de late avonduren of in de weekenden gepland moest worden. Of dat een flink deel van het onderwijs noodgedwongen online moest plaatsvinden.

Met enig kunst- en vliegwerk kon dat worden voorkomen. Nu de tijdelijke onderwijsruimten aan de Padualaan gebruikt kunnen worden, zijn er in ieder geval voor de onderwijsplanning van dit jaar voldoende lokalen beschikbaar, laat de universiteit weten.

Dit najaar kwam er nog een kink in de kabel. De Hogeschool Utrecht kondigde aan vanaf 2023 een deel van de zalen (13 van de ongeveer 40) die de UU huurt in de Bolognalaan voor eigen onderwijs te willen gebruiken.

Inmiddels is ook hiervoor een oplossing gevonden, onder meer door vanaf het tweede semester ook de drie benedenverdiepingen van het gebouw aan de Daltonlaan 500 in gebruik te nemen. In totaal gaat het om 13 nieuwe zalen. Op dit moment huurt de universiteit al vijf verdiepingen in het gebouw.

Angst voor hogere werkdruk
De vraag is nu hoe de behoefte aan onderwijshuisvesting zich in de komende jaren gaat ontwikkelen. Dat geneeskundestudenten vanaf het volgend collegejaar weer kunnen terugkeren naar het dan gerenoveerde Hijmans van den Berghgebouw haalt enigedruk van de ketel, maar die blijft onder hoogspanning staan door de toenemende studentenaantallen.

Het UU-bestuur overlegt met faculteiten hoe de groei van het aantal studenten afgeremd kan worden. Eerder werd alaangegeven dat het niet mogelijk is om nieuwe gebouwen neer te zetten, als de universiteit tenminste niet meer dan het afgesproken maximum van 15 procent van de omzet aan huisvesting wil uitgeven. Het UU-bestuur denkt dat  online onderwijsuitkomst kan bieden.

Ook moeten docenten en studenten af en toe bereid zijn om in de avonduren college te geven en te volgen. Om te beginnen tussen 17 en 19, een regulier tijdslot in de UU-roostering, maar wellicht ook later op de avond.

Deze maand bleek dat er bij docenten van de Uithof-faculteiten grote zorgen hierover zijn. Bij Bètawetenschapen en Sociale Wetenschappen uitten raadsleden de vrees dat het gebrek aan collegezalen gaat leiden tot een hogere werkdruk, een nog grotere onbalans tussen werk en privé voor docenten, en mogelijk ook kwaliteitsverlies in het onderwijs.

Extra werk voor docenten
Suzan Ruijtenberg, raadslid bij Bètawetenschappen, vroeg zich tijdens een vergadering af of het feitelijke ruimtegebrek niet nog groter is dan de universiteit denkt. In een toelichting aan DUB legt ze uit dat veel docenten hun onderwijs nu al omgooien, groepen opknippen of online alternatieven verzinnen (“en geen docent geeft liever online college”) omdat ze het idee hebben dat er toch geen onderwijslokalen beschikbaar zijn.

“Docenten vragen er dus al niet eens meer om. Die stellen zich liever flexibel op en gaan meedenken. Daardoor hebben roosteraars het idee dat er geen extra zalen nodig zijn en dat alles oké is. Maar ondertussen halen die docenten zich wel extra werk op de hals en krijgen studenten niet het optimale onderwijs. Op dit moment geldt dat vooral voor het gebruik van practicumzalen. Ik vraag me af of deze situatie voor iedereen zichtbaar is.”

Als voorbeeld noemt Ruijtenberg het eerste college voor de nieuwe eerstejaars van biologie afgelopen september. “Normaal gesproken is dat een introductiebijeenkomst van anderhalf uur. Maar er zijn dit jaar vierhonderd eerstejaars. Die pasten niet allemaal in de grootste beschikbare zaal. Die had een maximumcapaciteit van 225. Toen is besloten om de groep in tweeën te splitsen en alle studenten drie kwartier te laten komen. Zeker voor een eerste bijeenkomst is dat natuurlijk erg jammer.”

Meer avondonderwijs
Verontruste raadsleden van Sociale Wetenschappen bespraken in het overleg met het faculteitsbestuur het nieuwe beleid. Dat stelt dat vanwege het ruimtegebrek dit jaar minimaal 10 procent van het onderwijs in het weinig populaire timeslot tussen 17.00 uur en 19.00 uur gegeven moet worden.

Volgend jaar wordt dat waarschijnlijk 15 procent, kregen ze te horen. Opleidingen die deze percentages niet halen, lopen het risico in volgende jaren minder zalen te krijgen voor de tijden en locaties die hun voorkeur hebben.

Voorzitter van de personeelsgeleding Ellen Reitz schrijft in een mail aan DUB: “De docenten moeten daarom (weer) flexibel en inschikkelijk zijn. Dit kan in sommige gevallen ook leiden tot hogere werkdruk. Ook is het voor coördinatoren lastig om een keuze te maken qua timeslots als het docententeam nog niet bekend is. Je moet dan voor anderen bepalen of ze van vijf tot zeven uur moeten werken. Dat is niet wenselijk.”

Dat opeenvolgende colleges vaker geroosterd zijn in verschillende gebouwen – die ook nog eens verder uit elkaar liggen – zorgt eveneens voor irritatie bij docenten, zegt Reitz. Het is soms eenvoudigweg niet haalbaar, en docenten hebben sowieso meer reistijd. “Tijd die niet is begroot in de taakstelling”, aldus Reitz.

De raadsleden vroegen zich daarom ook af hoe het staat met een project dat de roostering van de drie faculteiten moet verbeteren en of het niet beter was de roostering van het onderwijs universiteitsbreed onder de loep te nemen.

En dat is ook precies wat er nu gaat gebeuren. Binnen een nieuw UU-breed programma Onderwijslogistiek zal worden bekeken welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een effectiever en efficiënter roosterproces. Daarbij moet rekeningen worden gehouden met nog steeds stijgende studentenaantallen en de beperkingen van de onderwijshuisvesting.

Miranda van Heesch: “En daarbij moeten de wensen van docenten en studenten natuurlijk goed worden meegenomen. Maar je zult altijd concessies moeten doen. Er is een grens aan de capaciteit. We moeten op zoek naar de perfecte balans.”

 

 

Advertentie