Minder herkansingsperioden? Ook dan blijft er stress, denkt DUB-panel

Herkansing in coronatijd. Foto: DUB

Sommige studenten struikelen een heel jaar van onvoldoendes naar herkansingen. Door het studeren voor de nieuwe poging raken ze weer achterop met de lesstof voor het lopende blok, met opnieuw een grotere kans op een onvoldoende als consequentie, en dus ook weer een herkansing. Docenten moeten al die toetsen maken en nakijken. Vakanties schieten er bij beide groepen vaak bij in.

Zou een beperking van het aantal herkansingsperioden misschien soelaas kunnen bieden? Met twee in plaats van vier herkansingsperioden kunnen studenten en docenten tussen de blokken door misschien echt even op adem komen, zo werd in de afgelopen jaren meermaals geopperd.

Het effect van zo’n mogelijke maatregel moet nu worden onderzocht in één van de zeven pilots die de UU wil uitvoeren in het kader van het landelijke project Rust en Ruimte dat minister Dijkgraaf heeft gelanceerd. Dat stelde het UU-bestuur onlangs voor in een nota (alleen met Solis-id, red) aan de U-raad.

Andere universiteiten willen bijvoorbeeld ook gaan kijken of het hele academisch jaar korter kan. Die discussie liep in Utrecht eerder al op niets uit. De UU richt zich met proefperiode onder meer op met kortere blokken en het opknippen van blokken.

En er wordt dus ook gekeken of het aantal herkansingsweken omlaag kan. Dat moet dan wel zonder “het studiesucces van studenten te belemmeren”, staat in de U-raadsnota vermeld.

Wij vroegen de leden van ons DUB-panel: Is de beperking van het aantal herkansingsweken een goed idee? Uit de reacties die we kregen, blijkt dat ze niet overtuigd zijn.

Stof zakt weg
Onderwijswetenschapper Casper Hulshof vindt het verkleinen van het aantal herkansingsperioden voor docenten een aantrekkelijk vooruitzicht, maar vreest voor de gevolgen als studenten straks méér herkansingstoetsen in één periode moeten maken. “Voor studenten zal de werkdruk of stress niet veel minder worden als herkansingen nog meer geclusterd worden dan ze nu al zijn.”

Twee studenten in het panel, Sterre van Wierst en Loes van der Woerdt, denken dat het voor de ene student misschien prettig uitpakt, maar voor de ander minder. Ze zien beiden grote obstakels.

Masterstudent Cancer, Stem Cells & Developmental Biology Sterre van Wierst vindt dat er nu vaak al veel tijd zit tussen een toets en de herkansing. “Nog meer maanden wachten, lijkt me niet erg prettig. Je kennis en vaardigheden zijn dan verder weggezakt waardoor het relatief meer tijd kost om je voor te bereiden op de toetsonderdelen.

“Ik kan me ook moeilijk voorstellen dat studenten het fijner vinden om meerdere tentamens in een week te moeten herkansen, in plaats van ze te verspreiden over meerdere perioden. Als ik klachten over herkansingen hoor, gaan die eerder over het moment in het collegejaar (zoals in een vakantie), dan over de frequentie er van." 

Student Sociale Geografie & Planologie Loes van der Woerdt vraagt zich af hoe de universiteit ervoor wil gaan zorgen dat de slagingskans niet minder wordt. “Als ik een toets moet herkansen uit periode 1 aan het einde van periode 2, ben ik waarschijnlijk veel van de stof vergeten. Is mijn studiesucces dan niet al belemmerd? Ik ben benieuwd hoe dit zal worden vormgegeven.”

Het werk moet toch gebeuren
Innovatiewetenschapper Frank van Rijnsoever denkt in tegenstelling tot Casper Hulshof dat een systeem met minder herkansingsperioden ook voor docenten niet voordelig uitpakt. “Zolang het aantal herkansingen niet verminderd wordt, blijft de werkdruk voor docenten gelijk, het werk moet immers toch gebeuren.”

Volgens hem zijn vooral het grote aantal herkansingen een probleem. “Mijn niveau 3 - cursus van 140 studenten kent een tentamen, daarnaast een aanvullende toets voor degenen die het tentamen niet halen, en voor degenen die ziek waren tijdens de eerste toets. Verder is er nog een tweede aanvullende toets voor de studenten die de oorspronkelijke aanvullende toets als eerste mogelijkheid maakten. Ten slotte is er nog elk jaar een vierde moment voor studenten die een bijzondere toetsvoorziening aanvragen om alsnog hun diploma te krijgen. Zo maak ik jaarlijks dus vier keer een toets, voor een cursus die een enkel tentamen kent.”

Michiel Fleerkate is als key-user verantwoordelijk voor het Digitaal Toetsen bij de faculteit Geesteswetenschappen en onderwijskundige. Ook hij is niet overtuigd van het nut van minder herkansingsperioden. “Dit verhoogt alleen maar de stress bij studenten. Omdat hun cijfers later bekend worden en ze dus ook pas later weten of ze een cursus gehaald hebben, zullen ze ook langer in onzekerheid zitten over de voortgang van hun studie.”

Fleerkate zegt liever te mikken op een andere uitweg.Hij wil docenten graag “anders laten nadenken” over de momenten waarop toetsen en herkansingen moeten plaatsvinden.

Hij is daarom blij dat de UU in de pilot ook aandacht wil besteden aan ‘programmatisch toetsen’, waarbij studenten sneller feedback moeten krijgen op wat ze leren. Daarbij gaat het volgens Fleerkate onder meer om de introductie van een ander soort toetsen dan de ‘summatieve’ toets waarbij studenten aan het einde van de cursus moeten bewijzen dat ze alles gesnapt hebben en waarbij de periode van toetsing, nakijken en herkansing eigenlijk al vaststaat.

“Met andere toetsvormen die aansluiten bij de inhoud van de cursus kan er beter gekeken worden naar een goede verspreiding van de toetsen over een blok. Er ontstaat dan een andere dynamiek tussen toetsen en de manier waarop en wanneer herkansingen worden gedaan.”

Ook rechtenstudent Stephan Verhulst heeft zijn hoop gevestigd op de invoering van het programmatisch toetsen. “Met andere toetsvormen kunnen we het aantal toetsmomenten en het geven van cijfers sterk terugdringen. Geweldig! In de literatuur wordt dat al zeventig jaar succesvol bepleit.

“Minder toetsen met cijfers is minder herkansen. Ik ben dus groot voorstander van het verminderen van het aantal herkansingsperioden. Maar dan dus wel minder herkansen omdát er minder wordt getoetst met cijfers.

“Er is nog wel één groot probleem: op dit moment is er geen faculteit die wil gaan programmatisch toetsen (behalve Diergeneeskunde die het al doet). Dan moeten we het maar centraal gaan regelen. Universiteitsbestuur: maak programmatisch toetsen onderdeel van het Onderwijsmodel en de Richtlijn Onderwijs!”

Filosoof Floris van den Berg ten slotte laat weten geen expliciete mening te hebben over het aantal herkansingsperioden. “Ik vind eigenlijk dat studenten hun tentamen in één keer zouden moeten halen” mailt hij met een smiley.

Advertentie