Studenten jongleren met herwonnen vrijheden en huidige verplichtingen

Fotos: DUB

Op 12 maart 2020 werd bekend dat de colleges tot nader order gestaakt werden. De Universiteit Utrecht schrapte alle bijeenkomsten per vrijdag de 13de. Sommige kroegen en studentenverenigingen hadden ondertussen hun deuren al gesloten in verband met het zich verspreidende coronavirus, maar veel was ook nog gewoon open. De meeste studenten verwachtten dat ze snel genoeg weer in de collegebanken zouden zitten, dus genoten maximaal van hun vrijheid zo lang het duurde. Maar toen echt alle sociale activiteiten werden gestaakt en Nederland in lockdown ging, duurde het voor studenten niet lang om te beseffen dat het live bijwonen van colleges toch ook veel voordelen had. Ze konden niet wachten tot de universiteit weer open ging.

Een paar weken geleden was het dan zo ver. Gisteren was ons DUB-panel van medewerkers en studenten aan het woord over de wijze waarop zij colleges dit blok ervaren nu onderwijs op locatie  weer mogelijk is. Nu gingen we de straat op om te vragen hoe studenten de herwonnen vrijheden ervaren als het gaat over de anderhalve meter, de coronapa en de studie in combinatie met het weer kunnen sporten en uitgaan. Hoe ervaren studenten deze overgang?

Anderhalve meter is passé
Tram 22 van Utrecht Centraal naar De Uithof is een zware rit voor iedereen die liever nog wat afstand houdt. In die tram sta je nog dichter tegen elkaar aan dan in De Vrienden op een ouderwetse donderdagavond. “Ik pak altijd een tram of twee eerder, het maakt niet uit hoe vroeg het is”, zegt David, tweedejaars Farmacie. “Ik vind het toch wel gevaarlijk met corona, ook al ben ik gevaccineerd. Daarnaast vind ik het ook gewoon irritant. Zonder corona zou ik ook eerder van huis vertrekken om die drukte voor te blijven.”

Bij Fatima en Ilham, twee van Davids medestudenten, ligt dat heel anders. Ilham komt uit Rotterdam en moet iedere dag met de tram naar het Utrecht Science Park komen. Fatima, die in Utrecht woont, wacht haar altijd op bij het station en gaat vrijwillig met haar mee. Het is zo gezellig met Ilham dat de drukte haar niet deert.

De overgang naar volle collegezalen is iets minder drastisch, omdat de ruiten daar niet beslaan met menselijke adem. Masterstudent Planologie Janneke vond het al na één dag niet gek meer dat er zoveel mensen naast elkaar zaten. “Vorig jaar kreeg ik nog rillingen wanneer ik YouTube-filmpjes van festivals keek. Nu is iedereen volgens mij gewoon klaar met die anderhalve meter.”

Weer sociaal zijn
Uit de meeste reacties blijkt dat studenten staan te springen om terug te gaan naar college. Voor velen is het sociale aspect van naar de universiteit gaan minstens zo belangrijk als wat je er leert. Zo gaat Svenja, een eerstejaars Master Business Administration, iedere dag lunchen met een groepje medestudenten. “Ik kon niet wachten. Het sociale contact motiveert me. Ik denk dat we hele goede vrienden gaan worden.”

Anderen vinden het sociale aspect van weer naar de campus gaan, juist eng. Ellen bijvoorbeeld. Deze internationale student Geschiedenis voelt zich ongemakkelijk om te praten in grote groepen mensen. Dat is volgens haar alleen maar verergerd tijdens corona. Ggrootschalig fysiek onderwijs vindt ze dan niet zo vervelend, omdat ze houdt van de anonimiteit. Daar kan ze makkelijker op de achtergrond blijven en zich beter focussen.

Sommigen hadden baat bij een stapsgewijze overgang van kleinschalig naar grootschalig onderwijs. “Afgelopen jaar vonden onze practica plaats in kleine groepjes”, zegt Jaap, student Biologie. “Dat heeft me genoeg zelfvertrouwen gegeven om ook in grote groepen het woord te nemen, bijvoorbeeld om een vraag te stellen in college.”

Colleges op locatie
De meeste geïnterviewde studenten hebben minder enthousiasme voor fysieke hoorcolleges dan voor werkcolleges. Hoewel ze vinden dat hun focus op locatie beter is, hebben velen afgelopen jaar toch ook de voordelen van online college ervaren. Vooral de functies van het pauzeren, het versneld afspelen, en het doorspoelen worden in een collegezaal gemist.

“In het college gaan docenten vaak zo snel door de stof heen dat ik het niet bij kan benen”, zegt Lilli, een tweedejaars Farmacie. “Thuis doe ik er langer over, maar begrijp ik het beter.”

Bij werkcolleges is dat anders. Daar draait alles juist om de interactie tussen mensen. En de meesten vinden het makkelijker om vragen te formuleren met hun mond dan met hun toetsenbord. Bovendien verloopt een groepsproces beter als je met elkaar in een ruimte zit dan wanneer je online moet communiceren.

Fomo
Hoewel je tijdens de uren dat je je verveeld in een lockdown misschien snakte naar groepswerk, gaat nu álles weer open. Je kunt je ook weer uitleven bij je sportclub, de studentenvereniging en op 21-diners. Het is een abrupte overgang van een wereld waarin niks mocht naar een wereld waar je weer veel moet. Dat kan stress met zich meebrengen.

“Je grenzen aangeven, dat is de sleutel”, zegt Laurine, derdejaars Geneeskunde. Maar dat is niet altijd makkelijk. “Vorige week kwam ik om half 12 ’s avond thuis en toen riep mijn huisgenoot ‘Waarom heb je de keuken nou nog steeds niet schoongemaakt?’. Toen ik haar mijn overvolle agenda liet zien, vond ze dat ik te veel van mezelf vraag. Dat is misschien ook zo, maar ik wil gewoon niets missen nu alles weer mag.”

Door alle activiteiten overdag en in de avond is er minder ruimte voor huisgenoten om samen te eten dan voorheen. Leah, die op de IBB woont, denkt dat die overgang hard nodig was. “Het is naar mijn idee vrij ongezond om zoveel met elkaar in één woonkamer te zitten. Door fysieke colleges en andere activiteiten zullen we elkaar inderdaad wat minder zien, maar dat is alleen maar goed voor de sfeer in huis.”

Vaccineren
Müberra en Eilaria, twee tweedejaars Biologiestudenten, zijn duidelijk niet bang om geconfronteerd te worden met de ongevaccineerde medestudent. Ik ben zelf ook niet gevaccineerd”, zegt Eilaria. “Blijf uit mijn buurt!” roept haar vriendin speels, en ze moeten allebei lachen. Maar voor sommige anderen is het een heel serieus onderwerp.

“Ik vind dat ze het zouden moeten verplichten”, zegt Kees, die ook Biologie studeert. “Juist wij als hoogopgeleiden moeten verantwoordelijkheid nemen, omdat wij kunnen begrijpen hoe een vaccin werkt en waarvoor het nodig is.”

Over het algemeen ligt de mening ergens in het midden. Studenten hebben het liefst wel dat iedereen gewoon gevaccineerd is, maar er moet een vrije keuze zijn. Geen verplichting. Dat is het meest voorkomende standpunt ten opzichte van verplicht vaccineren voor colleges. De meesten staan achter een middenweg met extra testen en afstand voor ongevaccineerden. “Ook zij hebben recht op goed onderwijs.”Waar vroeger de overgang in september voor eerstejaars het grootst was, lijkt nu het omgekeerde het geval te zijn. Op de middelbare school waren de regels namelijk al eerder versoepeld, en zij hebben het afgelopen jaar al dagelijks in volle lokalen gezeten. Uit de interviews blijkt dat ze fysiek contact allang niet abnormaal meer vinden. Bovendien weten ze niet hoe het voor en tijdens de lockdown op de universiteit was. Alles is voor hen nieuw.

Eerstejaars weten niet beter
“Dat mondkapje is wel fijn om weer af te kunnen doen”,  zegt Yannick, een eerstejaars Informatica. “Ik heb nog steeds iedere keer als ik een gebouw binnen ga dat ik hem uit mijn achterzak wil halen. Hopelijk ben ik daar ook snel vanaf.”

Velen vinden het wel spannend om met nieuwe mensen in aanraking te komen, maar dat is normaal als eerstejaars. Tegelijkertijd kunnen ze niet wachten om een nieuwe periode in hun leven te beginnen. En nu de colleges van start gaan en studenten zich op alle vlakken weer met elkaar mogen verbinden, heeft het meer dan genoeg ingrediënten om een heel mooi hoofdstuk in hun leven te worden.


 

Advertentie