Lijst Vuur mist ondersteuning UU

Vuur twijfelt om mee te doen aan de verkiezingen

Verkiezingsjasje Lijst Vuur in 2007, foto DUB

Iedereen weet het: het animo voor de medezeggenschap gaat al jaren achteruit. Vorig jaar werd een nieuw dieptepunt bereikt met een historisch lage opkomst van 11 procent bij de medezeggenschapsverkiezingen. Dat terwijl de medezeggenschap van essentieel belang is voor het beleid en de koers van onze universiteit. Bovendien is de medezeggenschap vanuit de Wet Hoger Onderwijs verplicht. Hierin is verankerd dat de medezeggenschap een controlerende functie heeft ten aanzien van het college van bestuur, de faculteits- en de opleidingsbesturen. Daarvoor heeft de medezeggenschap een aantal verworven ‘rechten’ zoals (in)stem- en adviesrecht. Desondanks moeten we constateren dat de medezeggenschap door een gebrek aan ondersteuning is uitgehold.

Medezeggenschap
Flexstuderen, het Skillslab, extra studentpsychologen, vertegenwoordiging van internationale studenten, onderwijsvrije kerstvakantie, all-gendertoiletten, erkenningsbrieven voor student-bestuurders, gratis menstruatieproducten, enzovoort, enzovoort. De lijst van initiatieven en onderwerpen waar de medezeggenschap verantwoordelijk voor – of betrokken bij – is geweest, is eindeloos. De medezeggenschap agendeert, bepleit en vecht voor dergelijke initiatieven waar anders geen aandacht of geld voor is. De studentvertegenwoordigers spannen zich bovendien  in om het beleid van de universiteit te controleren en van (ongevraagd) advies te voorzien, zij het in de opleidingscommissies, de faculteitsraden of de Universiteitsraad. En toch, blijft de medezeggenschap voor velen een onbekend fenomeen. Dat is niet alleen jammer; dat is schandalig.

Stand van zaken
De medezeggenschap staat  al jaren onder druk. De campagne in aanloop naar de medezeggenschapsverkiezingen is de laatste jaren erop gericht om studenten überhaupt te laten stemmen, in plaats van de aandacht te vragen voor een specifieke lijst. Opkomstcijfers dalen en zetels zijn amper te vullen, met vorig jaar als ultiem dieptepunt; de helft van de medezeggenschapspartijen in de Universiteitsraad hield op te bestaan. Om de simpele reden dat ze geen studenten meer konden vinden.  De overgebleven twee lijsten, Lijst Vuur en PvdUS, blijven met moeite overeind staan, en dan gaat het nog alleen over de Universiteitsraad.

Een gebrek aan keuze is niet bevorderlijk voor het democratische gehalte van de medezeggenschap. We kunnen ook het stemsysteem helemaal afschaffen en overgaan tot een sollicitatieprocedure door de universiteit. Dat kan als nadeel hebben dat er alleen nog maar éénzelfde soort student in de medezeggenschap zitting neemt.  Dat is niet helemaal de bedoeling. De medezeggenschap moet juist divers blijven om alle studenten te kunnen vertegenwoordigen. Dat het vervolgens een beetje wringt tussen de verschillende partijen leidt alleen maar tot meer diverse focuspunten. In de ideale situatie (lees: voldoende kandidaten) is het feit dat lijsten zelf kandidaten naar voren kunnen schuiven dus een groot goed waar de universiteit beter van weg kan blijven, maar dat betekent niet dat er geen ondersteuning kan worden geboden.

“Zonder wrijving geen glans”, zeggen bestuurders dan met de beste bedoelingen, maar diegenen die er het hardst voor moeten poetsen, zien die glans er vaak niet voor terug. De studenten in de medezeggenschap zetten zich, soms met gevolgen voor hun eigen mentale gezondheid en hun eigen portemonnee of studievoortgang, onverbiddelijk in voor de positie van studenten. De verandering die door deze studenten wordt ingezet is - voornamelijk door de bestuurlijke rompslomp en de grootte van de organisatie - pas na meerdere jaren zichtbaar. De raadsleden zijn onbaatzuchtig, want vaak zullen ze zelf niet profiteren van hun eigen initiatieven en beleidswijzigingen. En zo hoort het ook. Daarom gaan studenten de medezeggenschap in. Maar de verantwoordelijkheid voor het functioneren, ondersteunen en continueren van de medezeggenschap ligt bij een (kleine) groep studenten die zich met de inhoud bezig zou moeten houden. “Zonder wrijving geen glans” gaat misschien op voor de inhoudelijke wrijving tussen medezeggenschap en zeggenschap, maar niet over het voortbestaan van de medezeggenschap zelf.

Drempels voor Vereniging Vuur
Lijst Vuur werd 17 jaar geleden opgericht met als doel de kwaliteit van de studentvertegenwoordiging in de Universiteitsraad - en later ook enkele faculteitsraden - te waarborgen. Later is de lijst overgegaan in een vereniging en werd ook zorg gedragen voor de promotie, training, overdracht, campagne en het onderlinge contact tussen de verenigde fracties. Kortom, de vereniging zorgt voor continuïteit. De leden doen dit met genoegen, maar er komt steeds meer op het bordje van de (bestuurs-)leden van Vuur te liggen; ook wat niet tot hun taken behoort.

Om een indicatie te geven van de administratieve drempels: het bestuur van Vereniging Vuur wordt niet erkend door de UU en krijgt daardoor ook geen bestuursbeurs (al werken de bestuursleden bijna fulltime). Vuur mag bovendien niet in de maillijst van Bestuurlijk Actief Utrecht en mist daardoor de meest simpele uitnodigingen voor evenementen. Voor de aanvraag van een vestigingsadres voor een KvK-inschrijving wordt Vuur  al jaren van het kastje naar de muur gestuurd. De universiteit en de universiteitskrant vertikken het om onze naam bij behaalde successen te taggen op social media (zie hier en hier). Wat voorheen het selecteren van kandidaten was, is  langzamerhand over gegaan naar het overtuigen (lees: smeken) van studenten om zich kandidaat te stellen, om maar de  zetels te kunnen vullen. Hierdoor wordt de medezeggenschap een beperkte club met een hoog ‘ons-kent-ons’ gehalte. Ter illustratie, Vuur is verantwoordelijk voor één derde van alle huidige student-raadszetels. Er mag veel verwacht worden van studenten als het gaat om medezeggenschap, maar het lijkt er nu verdacht veel op dat de universiteit op de inzet van een niet-erkende, niet-ondersteunde verenigingen voor de uitvoer van taken waar de universiteit wettelijk toe verplicht is.  

Oplossing?
De tijd die wordt besteed aan randzaken, wordt niet besteed aan de kerntaak: het raadswerk. Gebrek aan ondersteuning door de universiteit heeft een nadelig effect op de kwaliteit van de medezeggenschap. Naast stukken lezen en beleid controleren van bestuur, willen studentraadsleden ook hun initiatief recht uitoefenen: actief worden in commissies, eigen ideeën aandragen en in gesprek gaan met studenten buiten de medezeggenschap om ze zo voldoende te kunnen vertegenwoordigen. Maar de  universiteit verwacht ook  dat studenten  zichzelf inwerken, hun eigen raad promoten, kandidaten vinden, sollicitaties afleggen, social media accounts bijhouden, professionele video’s maken, evenementen en bijeenkomsten organiseren en nog meer ‘randzaken’. Verspilde tijd die ook in de medezeggenschap gestoken had kunnen worden.

Medezeggenschap, als democratische vertegenwoordiging in de verschillende gelederen van de universiteit, is een groot goed. Het waarborgen van een functionerend medezeggenschapsstelsel is een taak van de universiteit. De promotie van de medezeggenschap ligt dus niet alleen bij de studentleden zelf, maar zou ook door het bestuur gestimuleerd moeten worden. Het is niet alleen een kwestie van financiële ondersteuning of meer vergoeding voor raadsleden. De passieve houding van bestuurders die altijd “open staan voor het aangaan van de discussie met studenten” zou over moeten gaan in een actievere vorm. Voor een universiteit die de waarde van studenten in het debat onderstreept, is het versturen van twee vluchtige mails een zeer beperkte inspanning om de medezeggenschap onder de aandacht te brengen. Waar zijn de decanen, rector en voorzitters van het personeel tijdens de verkiezingen voor de medezeggenschap? Zou niet elke docent aan het begin van diens college tijdens de verkiezingsdagen een moment moeten nemen om de studenten te laten stemmen? Waar zijn de energie, de inzet en de mankracht, zoals die bijvoorbeeld voor een ThisIsUU-week wel beschikbaar zijn? Er zijn genoeg acties te verzinnen, als de wil er maar was geweest.

Enfin, 8 tot en met 10 mei zijn de medezeggenschapsverkiezingen. Er zijn verschillende partijen waar je op kunt stemmen, maar misschien staat Vuur er na 15 jaar wel niet meer tussen. Hopelijk is de universiteit daar klaar voor.

 

 


 

 

Noot van de redactie:
Lijst Vuur schrijft haar eigen naam als VUUR. Graag zouden de leden zien dat DUB dat ook doet. maar één van de eigen taalregels van DUB is dat afkortingen van vier letters of meer die uitgesproken worden als een woord niet in hoofdletters worden geschreven maar de regel volgen van een eigennaam: de eerste letter wordt met een hoofdletter geschreven gevolgd door kleine letters.

 

Advertentie