Vreugde en zorgen: eerste reacties op plannen Dijkgraaf

Protestactie voor meer financiering op Domplein afgelopen najaar. Foto WOinActie

Honderden miljoenen euro’s heeft het kabinet uitgetrokken voor het hoger onderwijs. Afgelopen vrijdag heeft minister Dijkgraaf uiteengezet hoe hij het geld wil verdelen. 

De Universiteiten van Nederland reageren enthousiast. Met deze investeringen kunnen ze hun basis grotendeels weer op orde brengen, stelt voorzitter Pieter Duisenberg van de koepelvereniging. “Universiteiten gaan hiermee de te hoge werkdruk van medewerkers te lijf en bieden wetenschappers de ruimte om meer onderzoek te doen.”  

De universiteiten riepen de afgelopen tijd steevast dat ze 1,1 miljard euro per jaar tekortkwamen, maar ze willen nu niet klagen en nuanceren hun eigen lobby: het zou om 800 miljoen euro per jaar gaan, plus eenmalig 300 miljoen euro. Daar komt het kabinet bij in de buurt. 

Impuls voor hogescholen
Ook de hogescholen zijn te spreken over de plannen. De komende tien jaar krijgen ze 100 miljoen euro voor hun toegepast onderzoek en er is ook geld om in de ‘regio’ de krimp van het aantal studenten op te vangen. Voorzitter Maurice Limmen van de koepelvereniging spreekt van “een noodzakelijke impuls”. 

Het kabinet wil het stelsel van het hoger onderwijs onder de loep nemen en Limmen vindt dat een goed idee. Het hbo trekt bijvoorbeeld te weinig vwo’ers en “houdt ongelijke kansen in onze samenleving in stand”, meent hij.  

Ook onderwijs moet beter
De Landelijke Studentenvakbond is blij met de investeringen. “Dat was hard nodig”, zegt voorzitter Ama Boahene. “Maar het grootste deel van de investeringen gaat naar onderzoek en het is niet gezegd dat het onderwijs en studenten er daardoor ook op vooruit gaan.” Meer geld voor onderzoek zou ook tot beter onderwijs moeten leiden, vindt de vakbond.  

Naar sociale veiligheid en studentenwelzijn gaat maar weinig geld, meent Boahene. “Voor het bekostigen van premasters en de aanpak van stagediscriminatie is zelfs helemaal geen geld uitgetrokken. Terwijl dat voor studenten ontzettend belangrijke onderwerpen zijn.” 

“Extra investeringen in het hoger onderwijs zijn broodnodig”, vindt ook aankomend ISO-voorzitter Terri van der Velden. “Echter vragen wij ons af in hoeverre dit geld écht bij de student terecht gaat komen.”  

Ook wil het ISO “waken over de betrokkenheid van studenten”. Vanwege de bezuinigingen op de basisbeurs kregen studenten meer inspraak, maar wat gebeurt daarmee als de basisbeurs weer terugkeert? 

Lof, zorg en beschimpingen
“Dank, blijheid en zorg”, is de reactie van hoogleraar Ingrid Robeyns, een van de drijvende krachten achter WOinActie. Volgens haar krijgt de wetenschap “eindelijk zuurstof” en op Twitter claimt ze de overwinning: “Ik ben ervan overtuigd dat WOinActie het verschil heeft gemaakt.”  

Toch heeft ze allerlei zorgen, bijvoorbeeld over mogelijke structurele veranderingen in het hoger onderwijs. Wie gaat daar straks over meepraten, vraagt ze zich af. Ook heeft ze kritiek op het werkkapitaal voor universitair docenten: waarom deze groep, en niet bijvoorbeeld docenten zonder onderzoekstijd? 

Lokale actiegroep Casual Leiden, die opkomt voor de vele docenten op een tijdelijk contract aan de universiteiten, beschimpt de plannen. “Dus weer niets voor huidige docenten zonder onderzoekstijd? Dit brengt toch alleen maar meer ongelijkheid?” Als die docenten allemaal een andere baan gaan zoeken, staat in de tweet, komt het onderzoek ook in het gedrang. 

Een mooie dag
Onderzoeksfinancier NWO kan niet anders dan vrolijk reageren. NWO speelt op allerlei manieren een rol in de verdeling van het geld. “Het is een mooie dag voor alle onderzoekers die elke dag hard werken aan de toekomst van Nederland”, aldus voorzitter Marcel Levi.  

Maar het kabinet wil via de universiteiten 300 miljoen euro besteden aan ‘werkkapitaal’ Eerder voor onderzoekers. Eerder had Levi kritiek op dat idee: misschien kun je het geld beter via NWO verdelen, dacht hij.  

Nu staat in de verklaring: “Met belangstelling zal NWO ook de uitwerking van de starters- en stimuleringsbeurzen nauw volgen en staat zij in de startblokken om mee te denken hoe deze het best tot hun recht komen ten opzichte van bestaande wetenschappelijke programma’s, zodat de beoogde doelen van meer zekerheid voor onderzoekers en minder aanvraagdruk ook echt behaald worden.” 

Advertentie