Debat over Amnesty Manifest en aanpak ongewenst gedrag

Deel gemeenteraad wil externe als vertrouwenspersoon UU

Raadscommissie onderwijs, screenshot
Screenshot van de opname van de start van de vergadering van de raadscommissie Onderwijs

Tijdens de vergadering van de commissie Volksgezondheid, Onderwijs, Werk & Economie van de gemeenteraad stond het onderwerp sociale onveiligheid op Utrechtse onderwijsinstellingen op de agenda. Verschillende partijen hadden een debat aangevraagd met wethouder Eelco Eerenberg naar aanleiding van een brief die hij naar de raad had gestuurd over gesprekken die hij met Utrechtse onderwijsinstellingen had gevoerd over de aanpak van ongewenst gedrag. Eén van die instellingen was de Universiteit Utrecht.

Eerder hadden partijen bij de wethouder aangedrongen om aan de UU te vragen waarom ze het manifest van Amnesty International Let’s talk about Yes niet had ondertekend. Ook moest hij uitleg vragen over de reden waarom de UU geen externe vertrouwenspersoon heeft en moest hij informeren of de vertrouwenspersonen van de UU divers zijn en cultuursensitief zijn getraind. De antwoorden die de wethouder op schrift had gezet, hadden nieuwe vragen opgeroepen.

Esma Kendir van Student & Starter was één van de aanvragers van het debat. “De Universiteit Utrecht heeft het manifest van Amnesty International Let’s talk about Yes niet ondertekend. Dat valt voor ons niet te rijmen met het aantal studenten dat te maken krijgt met verkrachting. Volgens het Amnesty rapport krijgt 1 op de 10 vrouwelijke studenten hiermee te maken en 1 procent van de mannelijke studenten. We zijn dan ook oprecht verontwaardigd dat de UU niet heeft getekend. De LSVb heeft een acht-punten plan gemaakt om sociale onveiligheid te voorkomen en om onder meer tot een goede klachtenprocedure te komen. De UU voldoet niet aan alle acht punten en we willen de wethouder vragen om de UU te stimuleren deze punten over te nemen.”

Vertrouwenspersonen
Ook de PvdA had een kritische vraag. “Opvallend is”, zet Romi Leever van de sociaal democraten, “dat de UU alleen werkt met interne vertrouwenspersonen. Uit eigen ervaring weet ik en ook uit gesprekken met studenten, dat het ontzettend onwenselijk is om een klacht in te dienen als je weet dat je te maken krijgt met medewerkers of studenten van de organisatie. Dan is het geen anonieme klacht meer en krijg je geen gegarandeerde objectieve uitspraak. Deze manier van melden veroorzaakt een drempel om een klacht in te dienen. Vindt u niet dat er een externe vertrouwenspersoon moet zijn?” De partijen Denk en het CDA sloten zich aan bij deze vraag.

Wethouder Eelco Eerenberg denkt dat de UU misschien een tandje bij kan zetten als het gaat om het vraagstuk van een externe vertrouwenspersoon. “Het kan altijd beter, zei hij, “maar de klachtenprocedure is niet inherent onveilig”. Als blijkt dat een groep melders het nog steeds moeilijk vindt om een melding te doen, zei hij, dan kan het goed zijn om een “buitenboordmotor” te hebben. Maar hij denkt dat de afstand tussen melder en vertrouwenspersonen of de commissie interpersoonlijke integriteit van de universiteit groot genoeg is vanwege de grootte van de organisatie. Bovendien zitten er in de commissie ook niet-UU’ers. Hij snapt het argument van de UU dat de instelling vindt dat een vertrouwenspersoon de academische wereld moet kennen.

De PvdA blijft het met de wethouder oneens en wil weten of de wethouder actie gaat ondernemen richting de UU. “Ik blijf met ze in gesprek. Ik moet de intenties beoordelen en die zien er goed uit.” Hij bedenkt ter plekke dat de gemeente misschien toch iets extra’s zou kunnen doen. “Misschien tijdens de kennismakingsweken aan het begin van het schooljaar.” De gemeente zou met een flyer of “iets digitaals” studenten kunnen voorlichten: waar kunnen ze terecht als ze te maken krijgen met ongewenst gedrag.

Als het over het manifest van Amnesty zegt de wethouder de beweegredenen van de UU om niet te tekenen te begrijpen. Hij herhaalt de argumenten die de UU heeft gegeven zoals het niet eens zijn met bepaalde formuleringen in de tekst en het feit dat seksueel grensoverschrijdend gedrag zoals aanranding of verkrachting meestal in de privésfeer plaatsvindt en niet op de universiteit.

Partijen ontevreden over UU
Esma Kendir van Student & Starter en Romi Leever van de PvdA zijn na afloop van het debat niet tevreden over de redenen die de UU heeft gecommuniceerd met de wethouder. Esma Kendir zegt over het Amnesty-punt. “De gemeente kan de universiteit natuurlijk niets opleggen, ze kan alleen met ze in gesprek gaan over dit onderwerp. Het is goed dat de UU werkt aan sociale veiligheid, maar ik blijf het te gemakkelijk vinden van de UU om te zeggen dat ze onder meer niet tekent omdat aanranding of verkrachting buiten de universitaire gebouwen plaatsvindt. Maar er kan wel een schoolcontext zijn als dader en slachtoffer elkaar op de universiteit hebben leren kennen zoals twee studenten of een docent en student.”

PvdA’er Romi Leever wil dat de universiteit meer moet doen om een sociaal veilig klimaat te creëren voor studenten en medewerkers en dat de wethouder de UU daar ook op moet wijzen. Een vertrouwenscommissie moet eigenlijk alleen bestaan uit niet-UU’ers, zegt ze. “Ik heb naar aanleiding van het Amnesty-manifest met verschillende studenten gesproken van verschillende studies. Ook al zitten er in de commissie interpersoonlijke integriteit enkele externe leden, een student vertelde me dat die geen melding had gedaan omdat die bang was dat die een studiegenoot of bekende docent zou treffen op een moment dat die student zich heel kwetsbaar voelde. Ik vind dat de universiteit zo’n signaal serieus moet nemen. Ik kan me dan ook totaal niet vinden in wat de wethouder zegt dat de organisatie groot genoeg is waardoor er voldoende afstand is met de mensen in de vertrouwenscommissie. Het is natuurlijk zo dat de gemeente de universiteit niets kan opleggen, maar stel dat er in het bestuur iets fout gaat, dan vind ik het wel de taak van de gemeente om een geluid te laten horen. Maar dat is dus precies wat de wethouder nu nalaat te doen.”

Het gesprek over dit onderwerp wordt over een jaar weer gevoerd in de gemeenteraad. Dan wordt gekeken wat er in het voorbije jaar is veranderd en of het onderwerp nog steeds goed op de agenda van de onderwijsinstellingen staat. Het was Eerenbergs voorganger die beloofde dit onderwerp de komende vijf jaar elk jaar te gaan bespreken met de gemeenteraad.

Advertentie